Aantekeningen |
- In de jaren 1600 is Franciscus DE ROOCK van Strijtem naar Sint-Katharina-Lombeek getrokken. Hier ontstaat een uitgebreide tak DE ROOCK - waar mijn echtgenote deel van uitmaakt.
Betekenis van de naam DE ROOCK
Roe(c)k (de), (de) Rou(c)k(e), (de) Roe(ck)x, Roe(ck)x, Roux, De R(e)uck, De Rui(y)ck, De Ruy(c)k, De Ruijck, Deruyck, De Ruycke, De Roock, (de) Rook(e)
1. Bijnaam afgeleid van de vogelnaam: roek, zwarte kraai. Wellicht een bijnaam gegeven omwille van de zwarte haarkleur of donkere huid.
2. In Zeeland en Antwerpen is een roeke, rouc de naam voor veldwachter of gerechtsdienaar. In dit geval een beroepsnaam.
2. Zie ook Rock(s).
Rock(s), Rok(s), Ro(c)kx, Rox, Roo(c)kx, Roox, Rouck, Roe(ck)x, Roux, Roque(s), Rook(e), Roke, Rocq(ue), Roch(e), Rotse, Rouch(e), Ruche, Ruck, Rucq, Rucs
1. Patroniem, knuffelnaam van de Germaanse voornaam Rutger,
of van de Germaanse voornaam Rocco, Roche (dit komende van hrôk wat weer roek of raaf betekent).
2. Zie ook Roek
|