Aantekeningen |
- Kunstschilder
Felix De Boeck werd geboren op 12 januari 1898. Zijn vader, Jan, was 15 jaar jonger dan zijn moeder Louise van Breetwater, dochter van de burgemeester van Drogenbos. Ze huwde tegen de wil van haar familie in met de jonge boer uit het naburige Sint-Kwintens-Lennik. Het jonge paar huwde en trok in in de hoeve waarnaast zich nu het Museum Felix De Boeck bevindt. Het paar kreeg 3 kinderen, Felix was de jongste. Moeder was intelligent en sprak Frans (wat heel wat betekende in die dagen). Ze was ook sterk religieus. Vader was groot, sterk en imposant, maar praktisch ongeletterd. Toch stichtte hij samen met de brouwer in 1897 de fanfare in Drogenbos, zou Felix later trots vertellen. In 1905 werd in Ukkel een college gesticht. Ze ronselden leerlingen en ja hoor, Felix was erbij. Hij eindigde zijn studies als primus met de hoogste onderscheiding. De directeur hoopte dat hij priester zou worden, maar zijn besluit stond vast: hij zou schilder worden. Maar omdat hij niet financieel van schilderen afhankelijk zou zijn, werd hij boer op de hoeve van zijn ouders. Hij trouwde in 1924 met zijn nicht Marieke. Ze kregen 5 kinderen, van wie er 4 stierven nog voor ze hun eerste levensjaar voltooid hadden. Het vijfde kind, Marcelleke, bleef leven, maar is mentaal en fysisch gehandicapt.
Zijn hele leven is verlopen volgens één vast tijdsschema. Zes dagen werkte hij op het veld en componeerde hij in gedachten allerlei doeken. Op zondag stapte hij zijn atelier binnen en schilderde wat hij tijdens de week had bedacht. Op maandag werd de kunstenaar een hardwerkende boer. Zijn leuze was Ik ben geen boer die schildert, maar een schilder die boert….
Zijn vrouw Marieke steunde hem in zijn werk en was zijn grootste inspiratiebron. Felix heeft de eerste steen gelegd van het Museum Felix De Boeck in 1995. Niet lang hierna blies hij zijn laatste adem uit. Hij werd begraven naast zijn geliefde vrouw, die niet lang voordien gestorven was.
|