Onze familiestambomen

Paul SEVERS

Mannelijk 1948 - 2019  (70 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Paul SEVERS 
    Geboren 26 jun 1948  Ukkel Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Geslacht Mannelijk 
    Overleden 9 apr 2019  Anderlecht Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Begraven 23 apr 2019  Halle Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Persoon-ID I190241  DDCGR
    Laatst gewijzigd op 4 jan 2024 

    Vader SEVERS 
    Moeder BEERENS 
    Gezins-ID F120865  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Paulette HARCQ 
    Kinderen 
     1. Christophe SEVERS
    Laatst gewijzigd op 11 nov 2019 
    Gezins-ID F120857  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsGeboren - 26 jun 1948 - Ukkel Link naar Google Earth
    Link naar Google MapsOverleden - 9 apr 2019 - Anderlecht Link naar Google Earth
    Link naar Google MapsBegraven - 23 apr 2019 - Halle Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 

  • Aantekeningen 
    • Leon Paul Marc
      https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Severs
      Biografie
      Paul Severs (Huizingen, 26 juni 1948 – Anderlecht, 9 april 2019) was een Vlaams zanger, muzikant en liedjesschrijver.
      Beginjaren
      Paul Severs groeide op als het voorlaatste kind uit een gezin van zeven. Op college in Halle volgde hij vijf jaar avondlessen piano en kocht hij zijn eerste gitaar. Op zeventienjarige leeftijd werd Severs gevraagd om leadzanger te worden van The Criminals, een lokaal bekende groep met een voornamelijk Engelstalig repertoire. Manager van de groep was pater Pax (Wim de Rooij) van de plaatselijke paterskerk (Minderbroeders Conventuelen). Op aanraden van Pax stuurde de groep een demo op naar muziekproducent Jean Kluger, die op zoek was naar nieuw talent. Kluger bleek niet meteen onder de indruk van de groep, maar zag wel talent in Severs, die hij meer op de voorgrond wilde plaatsen. Bovendien vond hij dat de groep beter klonk in het Nederlands. Onder de naam Paul Severs & The Criminals werd in 1966 een eerste single uitgebracht: Geen wonder dat ik ween, gecomponeerd door Severs met een tekst van Nelly Byl. Het werd echter geen hit, en de volgende singles Met jou bij mij en Geld is maar papier evenmin.
      Successen
      Via pater Pax kwam Severs in contact met Sylvain Tack, die zijn nieuwe manager werd. Tack gaf hem een contract bij zijn platenfirma Start, waarna verschillende singles werden uitgebracht. Met Catharina (eind 1969) en Hey baby (1970) bereikte Severs de vijftiende plaats van de Vlaamse hitparade, maar de echte doorbraak volgde later in 1970 met het nummer Ik ben verliefd op jou. Dit lied werd een grote hit in Vlaanderen en stond bijna een half jaar in de hitlijsten genoteerd. Bovendien kende het lied ook veel succes in de Franstalige versie van Crazy Horse (J'ai tant besoin de toi) en in de Engelstalige versie van Octopus (I'm so in love with you).
      In de eerste helft van de jaren zeventig scoorde Severs nog meer grote hits. Na het succes van Ik ben verliefd op jou verscheen in oktober 1970 een nieuwe versie van zijn eerste single Geen wonder dat ik ween, dat dit keer wel een hit werd. Ook liedjes als Irina, Vaarwel en tot weerziens, Ieder mens en Ik heb rozen voor je mee behaalden hoge noteringen in de Vlaamse hitparades. In 1974 verschenen de singles Ze komt terug en Lief, die Sylvain Tack actief promootte op zijn zeezender Radio Mi Amigo. Severs presenteerde hier ook wekelijks een verzoekprogramma. Halverwege de jaren zeventig begon de populariteit van Severs echter af te nemen. De samenwerking met Tack stopte, waarna hij onder de hoede werd genomen door Johnny Hoes.
      In de jaren tachtig bracht Severs op de muzieklabels Gnome en Telstar vele singles uit, waaronder Dansen in de discotheek, Waarom, ach waarom?, Ik wens je 'n hel hier op aarde en Crazy van jou. Hij behaalde verschillende noteringen in de Vlaamse top 10. Grote successen boekte Severs echter pas weer aan het begin van de jaren negentig: met de singles Zeg 'ns meisje (1991) en Oh little darling (1992, een cover van een lied van G.G. Anderson) bereikte hij de top 10 van de Vlaamse Ultratop. Tegelijkertijd brak hij door in Wallonië, waar de Franstalige versie van Zeg 'ns meisje (getiteld Toutes les filles) een nummer 1-hit werd.
      Severs stond in 1994 voor het laatst in de Ultratop met Hé Suzie (een cover van Henk Wijngaard).
      Latere carrière
      Paul Severs vierde in 2015 zijn vijftigjarig artiestenjubileum. Hij bracht de laatste jaren regelmatig nieuwe singles uit, waaronder drie duetten met Dennie Damaro en een duet met Dina Rodrigues. In 2017 verscheen zijn laatste album Een avond met Paul Severs.
      Behalve zijn recente werk staan ook zijn oudere liedjes regelmatig opnieuw in de belangstelling. Zo werd Geen wonder dat ik ween gebruikt in de film Firmin en fungeerde Oh little darling als begintune voor de VTM-serie Clan. Zijn nummer Ik ben verliefd op jou werd in 2009 opgenomen in de eregalerij van de Vlaamse klassiekers van Radio 2.
      In 2011 werd een onderzoek naar Severs gestart nadat hij, tijdens een optreden in Gent, de Hitlergroet had gebracht. Severs gaf later aan dat dit bedoeld was als een grap, zonder bijbedoelingen.
      Op 12 maart 2019 kreeg Severs bij een fietstocht een zware hartaanval en werd in een kunstmatige coma gehouden. Enkele dagen en weken nadien wisselde zijn toestand tussen stabiel en kritiek alsook tussen natuurlijke coma en bij bewustzijn. Severs overleed op 9 april 2019 in het Erasmusziekenhuis in Anderlecht.
      De uitvaartplechtigheid zal plaatsvinden op dinsdag 23 april 2019 in de basiliek van Halle (Sint-Martinus basiliek). Iedereen is welkom de plechtigheid bij te wonen.
      Bron: Wikipedia - Foto: www.paulsevers.be



      https://www.persinfo.org/nl/nieuws/artikel/paul-severs-ik-vind-het-fantastisch-als-iemand-succes-oogst-met-een-cover-van-mijn-nummer/30735


      Paul Severs: “Ik vind het fantastisch als iemand succes oogst met een cover van mijn nummer”










      Paul Severs, Pajotse BV's

      HUIZINGEN Op 22/05/2017 om 21:28
      Gepubliceerd door: Bjarne De Smedt
      Hij is 68 jaar en dan denken er veel aan stoppen. Maar niet Paul Severs, hij blijft gewoon doorgaan en doen wat hij het beste kan: muziek maken. Deze zomer heeft hij opnieuw een pak concerten gepland op diverse locaties in België. En ja, een paar van deze optredens zullen plaatsvinden in de buurt van zijn geboortestreek.  
      Dag Paul, wat is eigenlijk jouw link met het Pajottenland en de Zennevallei?
      “Ik ben geboren in Huizingen in de Diesbeekstraat. Mijn ouders waren afkomstig van Ruisbroek maar op een bepaald moment wilde mijn vader naar het Plattenland gaan wonen. We waren met zeven kinderen thuis. Ik herinner me nog dat er veel gezinnen met kinderen in mijn buurt woonden. Toen ik zeven jaar was, kwam het meisje dat later mijn vrouw zou worden in mijn straat wonen. Zij waren met vier meisjes en twee jongens en wij waren thuis met vijf jongens en twee meisjes. Ik speelde samen met hen veel op straat. Ik herinner me ook nog dat ik veel in tuin moest werken. In de winter hakte ik ook veel hout.”
      Wanneer heb je eigenlijk die passie voor muziek ontdekt?
      “Toen ik jong was, ben ik eens gaan wandelen. In de Albert Bosmansstraat woonden een paar jonge kerels en een van hen, René Goorden, speelde liedjes van ‘The Shadows’, die waren toen heel erg populair. En ik raakte daardoor gefascineerd. Ik kwam met René in contact en hij vertelde me dat hij wat geld had verdiend door oud ijzer te gaan rapen om zo een elektrische gitaar te kopen.”
      “Ik was van plan om geld te sparen voor een akoestische gitaar, op die manier kon René me de basistechnieken van het gitaarspel aanleren. Na verloop van tijd plaatste René een microfoontje in mijn akoestische gitaar. René was zeer handig en had een versterker in mekaar geknutseld. Het gitaarspelen gaf me een kick, zeker als ik samen met anderen kon spelen. Ik begon dan heel veel akkoorden te leren en speelde samen met René immens veel liedjes. Op een bepaald moment probeerde ik om een aantal gedichten onder muziek te zetten. En dat lukte goed, zo is mijn hit ‘Geen wonder dat ik ween’ geboren.”
      “Vervolgens zijn we gestart met een klein orkestje genaamd ‘The Shades’. We traden toen hier en daar op. We verdienden daar eigenlijk weinig geld mee maar dat was niet belangrijk. Tegelijkertijd begon er in Halle ook een bandje te groeien. Zij droegen de naam ‘The Criminals’. De leider van ‘The Criminals vroeg op een bepaald moment aan mij of ik als zanger niet kon bijspringen in hun orkest want zij waren hun frontman kwijt. Later stapte onze drummer en onze gitarist ook over naar ‘The Criminals’. Eigenlijk had deze band meer potentieel want zij werden gesteund door pater Pax. Hij had wat contacten in de muziekindustrie en zorgde ervoor dat we konden repeteren in een degelijk lokaal.”

      Had je ooit verwacht dat je als gitarist, plotseling zanger ging worden?
      “Neen, eigenlijk niet. We waren in de begindagen een instrumentaal orkest. Op een bepaald moment kregen we meer en meer fans en werden we bekend in de regio. Pater Pax kende ook een pak mensen in de bedrijfswereld waardoor hij ons aanraadde bij verschillende mensen. Maar als we de volgende stap wilden zetten, dan moest er een van ons ook beginnen te zingen.
      “Maar niemand van ons had daar eigenlijk zin in. Tot de vader van onze bassist op een dag een microfoon onder onze neus duwde en de hele band liet zingen. Ik kende zelf een paar liedjes en de vader van onze bassist vertelde me dat ik eigenlijk niet zo slecht zong. Ik heb nooit een superstem gehad maar mijn stem was wel aangenaam om naar te luisteren. Daarna begon ik steeds vaker mijn zang te oefenen. Voor die gebeurtenis had ik me nooit echt gefocust op zang, al had ik wel wat muziekles gevolgd.”
      Hoe is de muziekindustrie door de jaren heen veranderd?

      “Er is een grote verandering geweest. Vroeger speelde het orkest de hele avond en trad de zanger twee keer op. Tussenin deelde ik dan handtekeningen uit terwijl de ‘Criminals’ bleven spelen. Hierdoor kregen wij een enorme fangroep want je creëerde een soort van persoonlijk contact met de fans. Nu doen we dat meestal na het optreden en zijn er veel artiesten die na hun show gewoon weggaan zonder handtekeningen uit te delen. Die artiesten worden populair dankzij de televisie en hebben door hun drukke agenda’s geen tijd meer om te blijven. Maar daardoor kan je natuurlijk geen blijvende fanclub creëren.”

      Heb jij idolen in de muziekindustrie?
      “Cliff Richard, ik heb al zijn nummers gezongen. Ik vind persoonlijk ook dat zijn stem erg lijkt op die van mij. Ik bracht destijds ook een album genaamd ‘Paul Severs zingt Cliff Richard’ uit. Daaruit komt, onder andere, ‘Rode lippen moet je kussen’ en ‘The Young Ones’. Dankzij VTM kon ik hem een keer ontmoeten. Toen ik mijn album ‘Paul Severs zingt Cliff Richard’ aan het promoten was, vertelde ik tegen iemand dat het fijn zou zijn om aan Cliff Richards mijn nieuwe album voor te stellen. Hij was niet voor niets mijn grote idool.”
      “Toevallig was Cliff Richards even later te zien als centrale gast in een nieuw programma met Luc Appermont. Uiteindelijk besprak VTM met Cliff Richard of een ontmoeting met mij op hun zender mogelijk was. Eigenlijk is die ontmoeting tegengevallen. Hij wilde me enkel in de gang ontvangen om dan de plaat in ontvangst te nemen. Ik mocht zelfs geen foto met hem maken. Toen ik hem mijn plaat afgaf, keek hij zelfs niet eens naar de hoes. Dat was een grote ontgoocheling voor mij. Ik had eerst eigenlijk geen zin meer om zijn nummers te zingen maar ik moest wel want ze waren een belangrijk onderdeel van mijn muzikaal repertoire. Maar om eerlijk te zijn begon ik na een tijd opnieuw fan van hem te worden. Ik hoor hem doodgraag zingen.”

      Hoe belangrijk was “Tien om te zien” voor je carrière?
      “Door de komst van diskjockeys gebruikten veel artiesten opnametapes om hun muziek af te spelen tijdens optredens. Maar toen was daar ‘Tien om te zien’, het programma bracht orkesten opnieuw wat in de mode. Ik heb daar het geluk gehad om mijn carrière te doen heropleven. Ze vertelden me rond de jaren negentig dat mijn topperiode voorbij was en dat ik blij mocht zijn dat ik tijdens de jaren zeventig de ene hit na de andere kon scoren. Toen ‘Tien om te zien’ begon, was ik rond de veertig jaar. Ik moest toen opboksen tegen jong geweld zoals Clouseau, Isabelle A en Bart Kaëll. Maar ik nam me voor om in de jaren negentig toch nog een paar topnummers te schrijven. En dat is me gelukt. Toen heb ik ‘Zeg eens meisje’ en ‘Oh Little darling’ geschreven die lang op nummer 1 stonden in Tien om te zien.”   
      Je bent een singer-songwriter. Sta jij erop om altijd zelf je nummers te schrijven?
      “Ja, ik noem mezelf toch altijd een singer-songwriter. Ik ben erg blij wanneer ik een lied kan schrijven voor anderen dat dan vervolgens succes oogst. Ik heb veel songs geschreven voor andere artiesten. Ik schreef onder andere hits voor Laura Lynn, Gunther Levi en Bobby Prins. Zelf zingen voor een publiek geeft me altijd een grote kick, maar als iemand anders een hit scoort met een nummer dat ik heb geschreven, dan geeft me dat nog een grotere kick. Ik vind het ook fantastisch als iemand succes oogst met een cover van mijn nummer, daar ben ik ongelofelijk gelukkig mee.”