Onze familiestambomen

Helena Anthonia Maria Elisabeth INGERMAN

Vrouwelijk 1888 - 1962  (74 jaar)


Persoonlijke informatie    |    Media    |    Aantekeningen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Helena Anthonia Maria Elisabeth INGERMAN 
    Geboren 15 jun 1888  Pekalongan (Nederlands-Indië) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Geslacht Vrouwelijk 
    Overleden 27 jun 1962  ‘s Gravenhage (Zuid-Holland, NL) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Persoon-ID I12622  DDCGR
    Laatst gewijzigd op 3 okt 2010 

    Vader Frederik INGERMAN,   geb. 10 mei 1856, Semarang (Nederlands-Indië) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 8 nov 1919, Haarlem (Noord-Holland, NL) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd 63 jaar) 
    Moeder Anna Sophia HALVERHOUT,   geb. 21 nov 1860,   ovl. 25 jan 1889, Pekalongan (Nederlands-Indië) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd 28 jaar) 
    Getrouwd 29 mrt 1886  Ijmuiden (Noord-Holland, NL) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Gezins-ID F8500  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Isaac Johannes DERMOUT,   geb. 12 sep 1879, Den Haag (Zuid-Holland, NL) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 22 aug 1952, Arnhem (Gelderland, NL) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd 72 jaar) 
    Getrouwd 6 jun 1907  Semarang (Nederlands-Indië) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats 
    Kinderen 
     1. Etienette Sophia Anthonia Jeanne DERMOUT,   geb. 26 aug 1908, Pati (Nederlands-Indië) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats
     2. Frederik Johannes DERMOUT,   geb. 13 sep 1910, Amboina (Nederlands-Indië) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 25 apr 1945, Ambarawa (Indonesie) Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd 34 jaar)
    Laatst gewijzigd op 30 nov 2017 
    Gezins-ID F8499  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsOverleden - 27 jun 1962 - ‘s Gravenhage (Zuid-Holland, NL) Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 

  • Foto's
    Maria Ingerman - Bekend onder de naam Maria Dermoût
    Maria Ingerman - Bekend onder de naam Maria Dermoût
    INGERMAN, Helena Anthonia Maria Elisabeth (1888-1962)

    Ingerman, Helena Anthonia Maria Elisabeth (bekend onder de naam Maria Dermoût), schrijfster (nabij Pekalongan (Ned.-Indië) 15-6- 1888 - 's-Gravenhage 27-6- 1962).
    Maria Ingerman - Bekend onder de naam Maria Dermoût
    Maria Ingerman - Bekend onder de naam Maria Dermoût
    INGERMAN, Helena Anthonia Maria Elisabeth (1888-1962)

    Ingerman, Helena Anthonia Maria Elisabeth (bekend onder de naam Maria Dermoût), schrijfster (nabij Pekalongan (Ned.-Indië) 15-6- 1888 - + 's-Gravenhage 27-6- 1962).
    Foto met kinderen Etienette en Johannes

  • Aantekeningen 
    • Bekend onder de naam Maria Dermoût
      1) http://www.inghist.nl/Nieuws/Tips/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn3/ingerman

      INGERMAN, Helena Anthonia Maria Elisabeth (1888-1962)

      Ingerman, Helena Anthonia Maria Elisabeth (bekend onder de naam Maria Dermoût), schrijfster (nabij Pekalongan (Ned.-Indië) 15-6- 1888 - 's-Gravenhage 27-6- 1962 ). Dochter van Frederik Ingerman, werkzaam in de suikerfabricage op Java, en Anna Sophia Halverhout. Gehuwd op 6-6-1907 met Isaac Johannes Dermout, rechterlijk ambtenaar, ten slotte president van het Hooggerechtshof te Batavia. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren.

      Marietje Ingerman stamt van vaderszijde uit een familie die al enkele generaties in Indië woonde en werkte. Enig Indisch bloed is in de familie onmiskenbaar. Toen Maria nog geen halfjaar was, stierf haar moeder. Vóór haar zesde jaar werd zij al twee keer in Nederland ondergebracht, maar toen haar vader in 1894 hertrouwde, vestigde het gezin zich op een suikerplantage, Redjosari, in Ngandjoek op Java. Maria's stiefmoeder, Auguste Helena Lohman, onderwijzeres, trad op als haar gouvernante, totdat Maria in 1900 korte tijd op kostschool in Soerabaja geplaatst werd, waarna zij dat zelfde jaar, omwille van haar scholing, naar Nederland verhuisde. In Haarlem was ze in de kost in het gezin van ds. H. de Lang. Zij bezocht één jaar de Meisjes-Burgerschool voor Middelbaar Onderwijs om vervolgens in de 2de klas van het Stedelijk Gymnasium aan het Prinsenhof te komen. Daar werd zij getypeerd als een 'haastige en slordige leerling', die 'het best kan als ze maar wil'. Op school leerde ze de latere geoloog H.A. Brouwer kennen, met wie zij haar hele leven bijzonder bevriend gebleven is. Haar dochter zei over deze relatie dat een levensbeschrijving van haar moeder zonder vermelding van de onvervulde, maar nooit aflatende gevoelens (t.a.v. Brouwer) 'een verdraaide' zou zijn. In 1906, toen Maria in de 4de klas zat, vertrok zij met haar vader, die enige tijd met ziekteverlof in Nederland geweest was, weer naar Indië, waar ze zich nog dat zelfde jaar verloofde met Isaac Johan Dermout. Het jaar daarop trouwden zij.

      Vanaf 1907 tot in 1933 woonde het echtpaar in veel verschillende plaatsen in het oude Nederlands-Indië, voornamelijk op Java en de Molukken. Haar mans gestage carrière bij de rechterlijke macht mondde in 1930 uit in het presidentschap van het Hooggerechtshof in Batavia, maar slechts drie jaar later liet zijn gezondheidstoestand verblijf in de tropen niet langer toe. In 1933 keerden ze voorgoed naar Nederland terug, vestigden zich in Den Haag, daarna in Noordwijk aan Zee. Van 1940 tot in 1956 woonde Maria in Arnhem, soms bij het gezin van haar dochter. In 1952 stierf haar man. Vanaf 1957 woonde ze weer in Noordwijk, maar ze verbleef geregeld maanden in Zwitserland of Italië. Al sinds lang kampend met een slechte gezondheid, stierf zij op 27 juni 1962 in het ziekenhuis Westeinde te 's-Gravenhage. In Noordwijk ligt ze begraven.

      Maria Dermout is gekenschetst als een rijzige, innemende vrouw met donkere ogen en prachtige, slanke handen. Wanneer ze in de 70 is, beoefent zij nog yoga om haar geheugen te trainen. Haar toegewijde biograaf, Johan van der Woude, noemt het echtpaar Dermout 'stroef in de omgang', Maria 'enigszins hautain', maar 'ongelooflijk charmant'. Opmerkelijk is dat zij meende dat het Ambonese volk haar vijandig gezind was. Politiek was ze, volgens eigen zeggen, slecht geschoold. Ze begreep wel dat de oude koloniale verhoudingen aan het veranderen waren, maar belangstelling kon ze daar niet voor opbrengen, wel voor de verhalen die ze hoort. '... ik heb het grote voorrecht gehad, dat er altijd levende vertellers, vertelsters in mijn leven waren.' (Singel 262 (1954) 24.) Typerend is ook de uitspraak: 'of er veel geschreven is over het verschil tussen oosterlingen en westerlingen weet ik niet. Maar er is ongetwijfeld een groot, diepgaand verschil, tussen de mens levende in het Westen en diezelfde mens levende in het Oosten' (Haagse Post, 26-11-1955).

      Dermoûts leven is niet spectaculair geweest. Zowel in Indië als in Nederland heeft het gestaan in het teken van haar gezin. Buiten haar huishouden heeft ze nooit een baan vervuld. Nadat zij in 1908 in het Weekblad voor Indië twee heel korte stukjes geschreven heeft, en in 1915, tijdens een verlof in Nederland, vier Molukse impressies in Het Vaderland, debuteert zij als 63-jarige met de korte roman Nog pas gisteren (1951). In het kleine meisje Riek, de hoofdpersoon, is de schrijfster zelf te herkennen. In de tien levensjaren die haar, na haar romandebuut, nog resten, blijft ze consciëntieus bezig haar aantekeningen en herinneringen, stammend uit haar Indische, vooral Molukse tijd, tot verhalen te ciseleren. Let wel: 20 tot 30 jaar na haar verblijf aldaar. In 1955 verschijnt De tienduizend dingen, als roman gepresenteerd. Eigenlijk zijn de verbindingsdraden tussen de verhalen te los om van een roman te spreken. Dermoût is ook geen romancière; zij is een vertelster van futiele gebeurtenissen, maar de sfeer die ze oproept, heeft iets etherisch. Er heerst verstild, versteend leven: ze schildert minutieus tableaux vivants. De verhalen van Dermout zijn soms ook luguber, soms sterk symbolisch, zelden vrolijk, altijd geladen met geheimzinnigheid. Er wordt geen boodschap uitgedragen. De mensen in haar vertellingen zijn 'geen probleemfiguren' en ook geen mensen van 'vlees en bloed' (Rob Nieuwenhuis, 465); ze zijn gestalten die zich in een decor bewegen. Een enkele figuur is wel naar het leven getekend: haar huisnaaister Louisa op Ambon, en Johanna Louisa van Aart, die als Mevrouw van Kleyntjes optreedt in De tienduizend dingen. Telkenmale duikt in Dermoûts boeken G.E. Rumphius op, de 17e-eeuwse 'Indische Plinius', de 'blinde ziener' die de natuurlijke historie van Ambon vrijwel volledig beschreven heeft.

      Dat zovelen, ook buiten Nederland, onder de bekoring van haar boeken gekomen zijn, in de jaren vijftig en zestig, is te opmerkelijker omdat, behalve de compositie, ook de stijl heel stuntelig is. Rob Nieuwenhuis schreef: 'Het veelvuldige gebruik van verkleinwoordjes, van herhalinkjes, van weglatingen en inversies, van gedachtestreepjes en puntjes, puntjes, puntjes wijzen op een te grote esthetische bekommernis, die haar toch al wat ijle talent schaadt en die een enkele keer zelfs de indruk van steriliteit wekt - ten onrechte wellicht.' (Het Parool, 30-11-1956.) Maar een jaar na het verschijnen van Nog pas gisteren krijgt Maria Dermoût een 'extra prijs' van de Jan Campertstichting, in 1956 de Culturele Prijs van Arnhem, in 1958 de Tollensprijs. Haar boeken worden in vele talen vertaald; het Amerikaanse blad Time bestempelt De tienduizend dingen tot een van de tien beste boeken van 1958. Hoewel ze slecht kritiek verdroeg, besefte ze zelf de beperktheid van haar talent: 'Sommige mensen verwijten me, wat misschien ook wel waar is, dat ik gekunsteld schrijf. Dat komt natuurlijk omdat ik het schrijven niet werkelijk beheers.' (Van der Woude, 75.) In technisch opzicht is dat laatste zeker juist, maar hoewel ze nu weinig meer gelezen wordt, heeft ze velen weten te boeien met haar vertellingen in het trage, sfeervolle decor van de tropen.

      A: Brieven van en aan haar, en aantekeningen zijn in het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag.

      P: Verzameld Werk (Amsterdam, 1970; 3e dr. 1982). Met bio- en bibliografie, tevens bibliografie in onder L genoemd Kritisch lexicon...

      L: Rob Nieuwenhuis, Oost-Indische Spiegel (Amsterdam, 1972. 3e dr. 1978) 463-477; Johan van der Woude, Maria Dermoût. De vrouw en de schrijfster ('s-Gravenhage [etc.], 1973); Elma Drayer met biografie en kritische beschouwing, alsmede publikaties over Dermoût in Kritisch lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945 (Alphen aan den Rijn [etc.], 1980) B-1 -B-2.

      P.E. van der Heijden-Rogier

      Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)
      Laatst gewijzigd op 05-09-2003

      2)
      http://www.boekgrrls.nl/BgDiversen/Leeslijsten/aanbevelingen2003_2.htm
      De tienduizend dingen: Maria Dermoût 

      Dit boek is níet superspannend en het leest ook niet als een trein. Over dit boek moet je even doen, net als over een heel lekker hapje of drankje. Wel is dit een heel mooi geschreven boek en een heel compleet boek: er spreekt veel wijsheid uit.


      De schrijfstijl van Maria Dermoût komt misschien wel het best tot zijn recht wanneer je af en toe een stukje hardop leest. Haar schrijven heeft een bepaalde melodie die nog eens extra cadans krijgt door de herhalingen en de gedachtestreepjes die ze gebruikt. Maar wie denkt dat Dermoût alleen maar mooi taalgebruik aflevert heeft het mis. "De tienduizend dingen" heeft een sterke verhaallijn en er gebeurt heel wat gruwelijks in dit boek.

      Het verhaal speelt zich af op verlaten thee- en specerijtuinen op de Molukken van voor 1950 (toen dus nog deel van het Nederlands koninkrijk) Eigenlijk is het een roman die zich laat lezen als een raamvertelling. Het boek bevat zes korte verhalen waarvan het eerste gezien moet worden als de inleiding, het tweede als de inleiding op het eigenlijke verhaal, dan volgen drie schijnbaar op zich zelf staande verhalen en het laatste verhaal sluit weer aan bij de eerste twee verhalen. In ieder verhaal is sprake van een moord. Als de hoofdpersoon van het boek, Felicia van Kleyntjes, na haar trouwen zwanger raakt wordt ze verlaten door haar man. Hierop vertrekt zij met haar zoontje naar haar grootmoeder die op een van de ‘tuynen’ woont. Felicia krijgt in haar verdere leven nog heel wat te verdragen en de kerngedachte van het boek is dan ook het besef dat al het bestaande met elkaar samenhangt: de alomvattende eenheid van dood, liefde, geboorte, onheil enzovoort en als je eenmaal besef hebt van die eenheid kan dat je de kracht geven om verlies en ander leed te dragen. Deze gedachte is afkomstig uit de taoïstische filosofie evenals het motto van het boek: "Wanneer de ‘tienduizend dingen’ gezien zijn in hun eenheid, keren wij terug tot het begin en blijven waar wij altijd geweest zijn" ( Ts’ên Shên)


      Voor wie nog nooit een Indische roman gelezen heeft is dit misschien een mooie eerste stap. Het boek bevat zogenaamde Indische elementen die je ook terug vindt bij ‘Indische’ schrijvers als Adriaan van Dis, Hella S. Haasse, Marion Bloem en vele anderen. Ten eerste zijn er de mooie natuurbeschrijvingen (ook allerlei schelpensoorten komen aan bod), er is sprake van allerlei mysterieuze zaken zoals goena-goena (Indische magie, misschien te vergelijken met voodoo), er komen sprookjes langs en een stukje geschiedenis en je krijgt een klein beetje inzicht in het hele complexe web van omgangsvormen tussen bevolkingsgroepen en bedienden en hun ‘meesters’ in de Indische samenleving.


      Voor mij gaan boeken vaak pas echt leven als ik iets meer weet van de achtergrond van de schrijver en daarom volgt hier nog een klein stukje Dermoûtbiografie:

      Maria Dermoût werd geboren in Indië in 1888, maar bleef altijd geheimzinnig doen over haar eventuele Aziatische bloed. Haar moeder stierf jong en na het hertrouwen van haar vader werd Maria naar Nederland gestuurd waar ze in Haarlem naar het Gymnasium moest. Ze kwam in te wonen bij een dominee en… werd tot over haar oren verliefd op haar al studerende buurjongen. Haar ouders waren het met die liefde niet eens en Maria werd teruggehaald naar Indië. In 1908 trouwde ze daar met de sombere jurist Isaac Dermoût. Samen krijgen ze een zoon en een dochter. Maar Maria vergeet haar eerste liefde nooit: na Isaacs overlijden zoekt ze weer contact met hem. Een happy end krijgt deze relatie niet. Het allertreurigst is nog dat Maria op haar beurt haar zoons keuze in de liefde afkeurt, waarop die met zijn meisje naar Europa vertrekt. Maria en hij zien elkaar daarna nooit meer (Het schijnt eigenlijk Isaac te zijn geweest die het niet eens was met het meisje van zoons gading). Misschien niet verrassend dat Dermoûts belangrijkste thema’s afscheid, gemis en verlies zijn. Maria Dermoût is pas laat gedebuteerd en heeft een oeuvre van ‘slechts’ 667 pagina’s. Ze is in 1962 overleden.


      In 1998 is "De tienduizend dingen" in een mooie uitgave bij Querido als Salamader Klassiek verschenen en het is ook opgenomen in het recentelijk verschenen Verzameld Werk van Maria Dermoût.


      Salamander Klassiek ISBN 90 214 9766 2 
      Verzameld Werk ISBN 90 214 5945 0


      Biografie van Helena Anthonia Maria Elizabeth Ingerman 
      (Maria Dermoût) 

      Johan van der Wouden (Universiteit Leiden) over Dermoût 

      "Hoeveel er ook in Friedericy's boeken valt te waarderen, ze missen de geheimzinnigheid en de spankracht van Dermouts werk." 
      Hans Warren over Friedericy en even over Dermout. Interessant voor liefhebbers van boeken over Indonesië

      'The New York Review of Books' over de schrijfster en de vertaling

      3)
      http://home-1.tiscali.nl/~hdw02872/dermout.htm
      Maria Dermoût werd geboren op 15 juni 1888, ruim twee jaar na het huwelijk van haar ouders. Haar moeder stierf onder mysterieuze omstandigheden op 25 januari 1889. Mogelijk is zij vergiftigd door een njai (concubine, bijzit) van Ingerman. Freriks vermeldt in dit verband op p. 29 van de biografie: 'Er is nog een andere mogelijkheid, namelijk dat Ingerman, al was hij getrouwd, de verhouding met een njai liet voortbestaan. Misschien uit angst dat het huwelijk, dat al ruim twee jaar duurde, kinderloos zou blijven.' Wanneer de negen maanden zwangerschap niet meegerekend worden, klopt dit. Op p. 305 van de biografie schrijft hij echter: 'het was bovendien opmerkelijk dat het huwelijk tussen Frederik Ingerman en Sophie Halverhout drie jaar lang kinderloos bleef.' Niet alleen in het nawoord, ook in de biografie gaat hij dus uit van het huwelijksjaar 1885!

      Nog meer info: http://members.chello.nl/j.l.kuiperi/parentelen/ingerman/ingerman.htm#BM5004



      Zie ook foto:
      Maria Dermoût (15 juni 1888 – 27 juni 1962)
      Met haar beide kinderen, Ettie en Hans, in 1912