Onze familiestambomen

Paulette HARCQ

Vrouwelijk


Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Paulette HARCQ 
    Geslacht Vrouwelijk 
    Persoon-ID I190242  DDCGR
    Laatst gewijzigd op 11 nov 2019 

    Vader Jean Célestin HARCQ,   geb. 25 dec 1919, Watermaal-Bosvoorde Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 2 mrt 1963  (Leeftijd 43 jaar) 
    Moeder Elisabeth Edmonde GENO,   geb. 25 mei 1921,   ovl. 4 aug 1969, Buizingen Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd 48 jaar) 
    Gezins-ID F120864  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Paul SEVERS,   geb. 26 jun 1948, Ukkel Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats,   ovl. 9 apr 2019, Anderlecht Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats  (Leeftijd 70 jaar) 
    Kinderen 
     1. Christophe SEVERS
    Laatst gewijzigd op 11 nov 2019 
    Gezins-ID F120857  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Aantekeningen 
    • Paulette Fernande Ghislaine



      https://vivavlaanderen.radio2.be/paul-severs/biografie
      Viva Paul Severs
      Aan het begin van de jaren zeventig had Paul niet alleen concurrentie te duchten van Will Tura , maar ook van nieuwkomers zoals Salim Seghers en Willy Sommers . Ieder van hen probeerde in de Vlaamse hitlijsten zijn plaats in te palmen en als het enigszins kon een nummer één te scoren.
      Paul werd de 26ste juni 1948 in Huizingen in de buurt van Brussel geboren als voorlaatste kind in een rij van zeven. Muziek hing er bij hen thuis altijd in de lucht. Niet alleen Paul zong graag, maar ook zijn broers Firmin en Karel. Tijdens de winteravonden tokkelde pa graag op de mandoline en leerde hij zijn kinderen de liedjes van Jan Verbraeken en Jean Walter. Wanneer het ook maar enigszins kon, ging pa met hen naar een plaatselijke crochetwestrijd die vaak door Karel gewonnen werd. Karel schitterde ook in het plaatselijk kerkkoor en pa was maar wat trots om met zijn zingende zonen uit te pakken. Toen papa ziek werd, moest hij afhaken, maar niet zijn zonen en Paul zeker niet die zich nog herinnert dat toen hij een jaar of negen was applaus scoorde wanneer hij de hit Oh Johnny van Tante Leen zong.
      Zowel de lagere als de middelbare school volgde Paul in het college in Halle. Paul mocht dagelijks bij de tien jaar oudere Karel achterop de fiets richting school. Van de koster van Halle kreeg hij vanaf zijn tiende gratis pianoles, maar wanneer hij veertien wordt kiest Paul definitief voor de gitaar. Dat lag een beetje voor de hand, want in die tijd was de Britse gitaargroep The Shadows erg populair. Vooral hun hit Apache sprak Paul enorm aan. Het mag wat vreemd klinken, maar Paul verdiende geld om zich een akoestische Spaanse gitaar te kunnen aanschaffen door op het stort oud koper te verzamelen. Samen met een paar van zijn vrienden en zijn broers richtte hij het sextet The Shades op. De hits van The Shadows maakten deel uit van hun repertoire. Maar die groep werd snel opgedoekt en Paul wordt op vraag van zijn klasgenoot Jan Van Hoof, de vaste zanger van de in Halle populaire groep The Criminals, hun nieuwe leadzanger. Paul is dan net zeventien. Een aantal leden van het orkest zongen in het koor van de paterskerk en zo komt Paul in contact met broeder Pax die ook hun eerste manager wordt. Door hem geraken ze aan hun eerste repetitielokaal. Ze zongen in die tijd het hitrepertoire, vooral angelsaksisch gekleurd. Paul zorgt voor de Vlaamse noot, want hij kent ook de hits van Will Tura en John Larry. Het is broeder Pax die op zekere dag in het tienerblad "Jukebox" een aankondiging van producer- uitgever Jean Klüger, producer van onder meer Will Tura, ziet staan dat die op zoek is naar nieuw zangtalent. In ijltempo wordt een demobandje opgenomen en een week later worden Paul and The Criminals in de studio Madeleine in Brussel uitgenodigd. Ze blikken op aanraden van pater Pax een aantal liedjes in die Paul geschreven had. De demo wordt aan Klüger bezorgd en een week later staan ze in de Studio Madeleine in Brussel, maar Klüger is niet meteen weg van de groepsnaam The Criminals, maar ziet het wel zitten Paul als solozanger vooraan te plaatsen. De vier liedjes die ze hadden ingezongen waren nog in het Engels, maar daar wil Klüger niets van weten. De teksten moeten in het Nederlands gezongen worden. In 1966 wordt als eerste single Geen wonder dat ik ween uitgebracht, een nummer van Paul Severs op tekst van Nelly Byl. Paul gaat iets later na een toelatingsexamen als bediende in het gemeentehuis van Ukkel werken. Paul sprak goed Frans omdat hij vanaf zijn zevende al bevriend was geraakt met Paulette Harcq, zijn buurmeisje dat met haar Franstalige ouders vanuit Brussel naar Huizingen was verhuisd, en waarmee Paul later zal trouwen.
      Het succes kwam voor Paul bliksemsnel, zo snel dat pater Pax niet kan bijbenen. Hun repetitielokaal groeide uit tot een heuse jeugdclub waar veel muziek gedraaid en gemaakt werd. Pax gaat op zoek naar een nieuwe manager die hij vindt in zijn vriend Sylvain Tack. Tack was in 1959 gestart met de productie van Suzy Wafels. In 1981 zou hij opgepakt worden wegens belastingsfraude, smokkel en drugshandel. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar. Nadien stortte hij zich op de handel in geneeskrachtige kruiden. Maar ook dat werd hem door onregelmatigheden fataal. Tussendoor was hij niet alleen manager van Paul Severs, maar ook eigenaar van Radio Mi Amigo en richtte hij zijn eigen platenfirma Gnome op. Tack had veel last van stress en de dokter had hem aangeraden verstrooiing te zoeken in één of andere hobby en dat werd de muziek. Bij Klüger had Paul drie singles uitgebracht: Geen wonder dat ik ween, Met jou bij mij en Geld is maar papier, maar die waren geen echte hoogvliegers. Sylvain vond dat Klüger de betere hits voor zijn paradepaard Tura bewaarde.
      Tack bracht voor Severs dus de redding. Hij gaat meteen geld in Severs en zijn groep investeren. Nadat ze in Vorst Nationaal een optreden van Claude François hadden meegemaakt, beslist Tack professioneel te gaan werken. Paul krijgt een peperdure p.a. en lichtshow cadeau. Tack had vooraleer hij met Gnome begon, platenfirma Start opgericht en wil Paul via deze weg lanceren. Hij had intusen Eddie Govert en Johan De Graeve als producers aangetrokken. Paul wordt bij firma Suzy Wafels een deeltijdse job aangeboden. Zodoende krijgt hij de gelegenheid tussen de uren door zang- en dictielessen te volgen. Er volgen bij Tack singletjes zoals Catharina, Jenny my girl en Hey Baby, maar een storm veroorzaken die niet in de hitlijsten. Zijn achtste single wordt zijn geluksbrenger. Ik ben verliefd op jou was oorspronkelijk als B-kant van de single Buona sera signorita bedoeld. Paul schreef Ik ben verliefd op jou toen hij achttien was en tot over zijn oren verliefd op Paulette. Paulette was intussen danseres geworden bij het ballet dat Paul tijdens zijn optredens begeleidde. Hij en Paulette rijden op zekere dag met hun kevertje inclusief picknickmand naar de nabijgelegen heide. Achterin de wagen ligt zijn gitaar. Door de romantische sfeer krijgt Paul na een lekkere vrijpartij de broodnodige inspiratie, want liedjes schrijven is na Paulette zijn grote liefde geworden. Hij heeft gelukkig zijn cassetterecorder bij de hand en zingt het liedje meteen in. Pas later herinnert hij zich het nummer en werkt het verder uit als B-kant dus voor hun nieuwe single. De 20ste juni 1970 staat Paul op één in de Vlaamse Top Tien met Ik ben verliefd op jou. In de maand augustus van 1970 klimt hij naar de tweede plaats van de Top Vijftig, zoals vermeld op de site van Ultratop. Binnen de kortste keren opgepikt door de groep Crazy Horse die er in Frankrijk een nummer één mee scoren. Crazy Horse was een Waalse groep met als frontzanger Alain Delorme die in de eerste helft van de jaren zeventig aardig wat hits in Frankrijk scoorden met onder meer: Un jour sans toi, Et surtout ne m'oublie pas én J'ai tant besoin de toi, de Franse versie van Ik ben verliefd op jou, in Frankrijk alleen al goed voor één miljoen verkochte exemplaren. In 1975 wordt de groep opgedoekt nadat ze in het totaal vijf miljoen platen verkocht hadden. Alain Delorme koos iets later voor een succesvolle solocarrière. Daarmee is het volledige verhaal van Ik ben verliefd op jou niet verteld, want in 1974 duikt het nummer opnieuw de Top Dertig binnen, deze keer als I'm so in love with you gezongen door de Belgische groep Octopus met onder meer als zanger Paul Michiels.
      In navolging van het succes met Ik ben verliefd op jou, trekt Paul in 1970 naar de studio om op vraag van Sylvain Tack zijn eerste hit Geen wonder dat ik ween, een productie van Jean Klüger daterend van 1966, opnieuw op te nemen en ook in te zingen en kijk, deze keer wordt het wél een grote hit, een elfde plaats zelfs in de Top Dertig, zoals genoteerd in het Belgisch Hitboek en een eerste plaats de achtentwintigste november 1970 in de Vlaamse Top Tien. Als je de twee versies naast mekaar vergelijkt dan moet je opletten dat je niet denkt dat de eerste versie door iemand anders wordt gezongen, zo verschillen die twee van mekaar. Geen wonder dat ik ween wordt in 2007 opnieuw op single uitgebracht nadat het opdook in de soundtrack van de film " Firmin" met Chris Van den Durpel.
      Met zijn liedjes had Severs zijn stempel op de hitlijsten gedrukt. We vinden hem meteen nadien bovenaan de Vlaamse hitlijsten terug met hits als Irina, Vaarwel en tot weerziens, Ieder mens en Liefste meisje. Zijn concertagenda puilt uit. Hij vindt wel nog de tijd om de 3de januari 1973 met Paulette Harcq in het huwelijk te treden. Nadien begon Paul te voelen dat er andere smaken in Vlaanderen boven kwamen drijven. Johan Verminnen liet almaar meer van zich horen, Zjef Vanuytsel had aardig wat succes gescoord. De muzikale smaak werd aangescherpt. De VRT ging stilaan de Vlaamse schlagerzangers wat aan de kant schuiven, de Sommers- en Seversstijl was wat over zijn hoogtepunt heen. Sylvain liet dat niet aan zijn hart komen en ging zeker niet bij de pakken zitten. Om zijn artiesten Ricky Gordon, Samantha, Octopus, Joe Harris en vooral Paul Severs te promoten, had hij een eigen tienerblad op het getouw gezet "Joepie" waarvan het eerste exemplaar de 27ste maart 1973 in de winkels lag met Guido Van Liefferingen als hoofdredacteur. In "Joepie" stond ook in elke editie de Joepie Top 50 afgedrukt, aanleiding voor Tack om op zoek te gaan naar een zender die die hitlijst ook daadwerkelijk uitzond. Zo huurde hij een tijdje zendtijd af bij Radio Atlantic om nadien de programma's van zijn Radio Mi Amigo vanaf het zendschip van Radio Caroline uit te zenden (daar had Tack zo beweren goed ingelichte bronnen vijftig miljoen frank voor over) tot de BOB het welletjes vond en Tack met Radio Mi Amigo naar een radiostudio in Platja D'Aro in de Spaanse provincie Gerona uitweek.
      Severs presenteerde elke zondagochtend bij Radio Mi Amigo een verzoekprogramma dat erg populair was. Tack vraagt hem mee naar Spanje te verhuizen, maar Paul weigert. Hij besluit hier te blijven en lost daarmee de rol van het succes. Het gaat dan ook snel bergafwaarts met zijn succes en hij is even snel meisjesidool af. De hits blijven uit. Hij kan alleen maar troost vinden in zijn vele optredens, want de fans blijven hem trouw. Privé geraakt Paul in een behoorlijk zwarte dip. Zijn broer André overlijdt aan de gevolgen van een hartkwaal. Amper hersteld van die klap verneemt Paul dat zijn achtentwintigjarige zus Greta, die aan een zware depressie leed, was overleden. Om zelf een zware depressie te vermijden, trekt Paul zich volledig uit de showbizz terug en kan alleen maar overleven dankzij de enorme steun van zijn echtgenote. Wat Yasmine jaren later overkwam, begrijpt Paul als geen ander. Hij trekt zich op aan zijn gezin en weet een nieuw platencontract te versieren bij Johnny Hoes en diens bekende firma Telstar. Bij geen enkele Vlaamse platenfirma was Paul nog welkom, ze geloofden niet meer in het genre dat hij zong. Hoes weet als gehaaid zakenman de plaats van Sylvain Tack in te nemen en overlegt met Paul de volgende stap in zijn carrière. Severs is zo slim niet op zoek te gaan naar een nieuwe manager en neemt van af dan de touwtjes in eigen handen. Al hoort hij het niet graag vertellen, toch moeten we toegeven dat Hoes het niet kan laten met Paul voor de smartlap te kiezen. In 1980 is er de single Mammie, mag mijn popje naar de hemel met mij mee. Paul had de jaren voordien een zestal maanden opgetreden in Bobbejaanland en daar zong Bobbejaan dat liedje dat hij samen met Louis Verbeeck had geschreven. Paul was er zo weg van dat hij aan Hoes vroeg om dat ook te mogen inblikken. Twee jaar later is het de beurt aan Hij was 'n arme vissersknaap, een vertaling van de Franse nummer één Il tape sur des bambous van Philippe Lavil. Het was niet een stijl die Hoes aan Severs opdrong, maar het waren stuk voor stuk liedjes waarin Paul geloofde. Hij stond, en nog steeds, voor het volle pond achter die keuze ook al reageerden de meesten afkeurend. De deal met Hoes was trouwens van bij het begin van hun samenwerking dat Paul qua repertoirekeuze volledig carte blanche kreeg.
      In 1989 gaat VTM van start en die vullen dadelijk het gat in dat de VRT al die tijd onaangeroerd had gelaten, namelijk het terrein van de Vlaamse muziek. "Tien om te Zien" wordt een regelrecht kijkcijferkanon. Ook Severs profiteert van deze nieuwe kans al lukt het niet meteen. Sommigen vonden Severs duidelijk passé en hielden alleen de nieuwe generatie zangers in de gaten. Severs kijkt even de kat uit de boom en pakt in 1991 uit met zijn comebackhit Zeg eens meisje een beetje in de stijl van een van zijn idolen Buddy Holly. Paul schreef de tekst eerst in het Engels "Tell me baby what you gonna do with me..." en Hoes verzon er een Nederlandse tekst bij, maar wou het liedje eerst als B-kant. Maar Paul kon hem overtuigen om er een A-kant van te maken. In het vocale kielzog van die hit duikt iets later Oh little darling op, eveneens samen met Johnny Hoes neergepend. Toen Paul dit schreef had hij de doowopstijl van The Platters in zijn achterhoofd. Het is een cover van Little darling van de Duitse zanger G.G. Anderson. De zevende maart staat hij stevig op één in de Vlaamse Top Tien. de vierde april vinden we hem op de vierde stek in de Ultra Top Vijftig. Oh little darling zal door VTM in 2012 gebruikt worden als begintune van hun tv-reeks "Clan".
      Nu was het in die tijd de gewoonte dat artiesten op de B-kant de instrumentale versie plaatsten zodat de fans thuis konden meezingen. Dat vond Paul pure plaatverspilling. Hij vulde al een hele tijd zijn B-kantjes met de Franstalige versie omdat hij intussen in Wallonië al een aardige schare fans had weten te verzamelen. In de jaren tachtig verzorgde Paul namelijk in Vlaanderen vaak namiddagen voor de firma Ravago Plastics die ook een aantal filialen in Wallonië hadden waar Paul na een tijdje ook ging optreden omdat hij van huis uit een aardig mondje Frans praatte. Op die manier en via de Franstalige B-kantjes van zijn singles kwam hij ook de producers van RTL ter ore. Die nodigden hem uit om op te treden in de populaire tv-show "Dix qu'on aime", een soort "Tien om te Zien" tijdens de beginjaren gepresenteerd door Sandra Kim en Alain Simons en wordt Paul ook in Wallonië bekend. Op zijn 25ste verjaardag als artiest duikt hij daar voor de eerste maal op in de zomer van 1991 met Si on dansait, qua verkoop in Wallonië goed voor tienduizend stuks. Het Frans lag hem wel, want dankzij zijn huwelijk praat hij een behoorlijk mondje Frans. Liedjes zoals Oh petite fille, Tu es mon idole en J'arrive gaan er nadien bij onze Waalse landgenoten in als zoete koek. Je moet zijn platen en cd-hoezen maar bekijken om te zien dat Paul intussen zijn zwarte Buddy Hollymontuur had ingeruild tegen contactlenzen. Zijn haar had ook een andere stijl aangemeten gekregen. Het mocht allemaal wat vlotter en moderner ogen. In 1990 vraagt Will Tura hem of hij geen zin heeft voor het album "16 voor Tura" een cover op te nemen van Geen zomer zonder jou.
      De gouden platen volgen mekaar snel op. Na enkele glimmende singles beslist Arcade zijn hits te verzamelen op het album "Het allerbeste van Paul Severs" en ook deze keer mag hij een gouden plak mee naar huis nemen. Omdat je het ijzer moet smeden als het heet is, wordt in Wallonië de cd "Les plus grands succès de Paul Severs" in de markt gezet. Omdat hij op rozen loopt, brengt Paul in 1994 bij Telstar het album "Ik ben in de wolken" uit waaruit de nummers Hé Suzie en Ik wil dansen het als single niet onaardig doen. Het jaar nadien blijft Paul zweven, want Hoes heeft het voor mekaar gekregen dat hij een hele rist hits van Pauls idool van een Nederlandstalige tekst mag voorzien. Songs als Living Doll, Angel, Rode lippen moet je kussen en Zomer Holiday fleuren het album op. Paul slaagt er zelfs in zijn idool persoonlijk te ontmoeten en hem een exemplaar te overhandigen. Een titel was snel gevonden "Paul Severs zingt Cliff Richard". Maar die Vlaamse boom bleef niet duren. In Tien om te Zien merkten we dat de inhoud werd verengelst. Een groep zoals 2 Fabiola zwaaide de plak. Ook internationale sterren eisten almaar meer het podium op: Kylie Minogue, Tina Turner, The Spice Girls, The Backstreet Boys. De Vlaamse inbreng werd nogal laatdunkend bekeken. Ook Paul Severs verdween geleidelijk aan uit de belangstelling. Zelfs Radio 2 begon qua producties zijn eisen te stellen. De zogeheten kwaliteit moest omhoog, maar Paul bleef zijn publiek trouw en hield het been koppig stijf. Op zijn album "www.Paul Severs.be" presenteert hij, nog altijd in samenwerking met Johnny Hoes, liedjes zoals Stralend wit, Je eerste liefde vergeet je niet, Ik voel me zweven en Als Elvis in Hawaii.
      In de zomer van 2006 viert Paul zijn veertigjarige carrière. Het jaar nadien leert een jonger publiek hem kennen dankzij de soundtrack van de film "Firmin" van Chris Van den Durpel waarin hij te horen is met Geen wonder dat ik ween. Regisseur van dienst is Dominique Deruddere. De organisatoren van het Schlagerfestival in de Ethias Arena te Hasselt krijgen dit snel in de gaten en plaatsen Severs meteen op de affiche samen met onder meer Benny Neyman, Freddy Breck, Bart Kaëll en Denny Christian. In 2010 mag Severs opnieuw zijn bekendste hits komen zingen om dat in 2013 nog eens over te doen. De achttiende mei 2011 blokletteren de Vlaamse media 'Paul Severs brengt de Hitlergroet'. Tijdens een optreden voor Gentse studenten had Paul een internationale versie van zijn grootste hit Ik ben verliefd op jou gezongen waarin hij ook een fragment in het Duits brengt. Reagerend op een uithaal vanuit het publiek anticipeert Paul met "Heil Hitler" én de Hitlergroet. Volgens hem zonder bijbedoeling daarbij denkend aan een hilarisch fragment uit de film "La Grande Vadrouille" van Louis de Funès en Bourvil. Het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding onderzoekt de zaak en gaat akkoord geen vervolging in te stellen als Severs zijn excuses aanbiedt. In 2012 profiteert Paul van het megasucces van de VTM-televisieserie "Clan". Regisseurs Kaat Beels en Nathalie Basteyns beslissen zijn hit Oh little darling tijdens de begingeneriek te gebruiken. Datzelfde jaar verschijnt op het Telstar label het album "Olé olé met Paul Severs". Dertien liedjes (+ drie bonus tracks) waaronder Olé Olé, Schatje mag ik je foto en Als de rozen weer bloeien in mei. De hitlijsten komen opnieuw binnen bereik wanneer Paul in 2013 een rist duetten op single uitbrengt samen met Dennie Damaro. De 20ste maart staan zij op twee in de Vlaamse Top Tien met Marieke geschreven door David Vervoort. Uit het Duitse hitmuseum lenen zij Mooie meisjes en Feierabend van Peter Alexander dat zij vertalen als 's Nachts na 2'en.
      De 28ste juni 2013 viert Severs zijn 65ste verjaardag met een groots opgezet concert in het Cultureel Centrum "De Westrand" te Dilbeek. Naar aanleiding van die verjaardag verschijnt er onder andere een interview in Het Nieuwsblad. "Ik word 65 jaar, maar daarnaast sta ik ook vijftig jaar op het podium en maak ik vijfenveertig jaar platen. Al die tijd treed ik op samen met mijn echtgenote Paulette die nog steeds mee danst. We zijn dit jaar precies veertig jaar getrouwd en onlangs werden we voor de tweede keer grootouders. Ik ga door zolang mijn gezondheid het toelaat. En daar doe ik wel wat voor. Ik loop en fiets regelmatig. Ik heb thuis een fitnesstoestel en ik doe lenigheidsoefeningen. In conditie blijven is de boodschap". Nog geen jaar later meldt Paul aan de pers: "Het zit mij op privévlak niet zo mee, mijn vrouw Paulette lijdt aan blefarospasme, een aandoening waarbij haar oogleden samentrekken en zij op bepaalde momenten blind is. Momenteel kunnen de dokters er weinig aan doen. Haar algemene gezondheid is er fors op achteruitgegaan. Daarom dat ik besloten heb voorlopig mijn zangcarrière op een laag pitje te zetten". Dat belet Paul niet in de maand mei 2014 een nieuwe single uit te brengen. Ondanks zijn successingles samen met Dennie Damaro, beslist hij deze keer solo te gaan. Als jij maar bij me bent is een typisch Seversliedje door hem geschreven samen met Paul Pans.
      In 2015 herinnert Paul ons eraan dat hij vijftig jaar op de planken staat. In de krant "Het Laatse Nieuws" blikt hij in het weekend van de dertiende juni daarop uitgebreid terug. Die periode was goed voor: ongeveer 1 miljoen verkochte platen, driehonderd opgenomen liedjes, waarvan Paul er zelf tweehonderdvijftig schreef en zo'n vijftienduizend optredens. Tegenwoordig treedt Paul nog zo'n tweehonderd keer per jaar op tegen de prijs van gemiddeld €1300, goed voor één uur live on tape. "Ik voel me nog altijd méér een entertainer. Daarom vind ik het ook niet erg om steeds dezelfde nummers te brengen."
      De zeventiende november 2015 brengt Paul het door hemzelf geschreven Dit keer opteert Paul voor de in zijn typische stijl gezongen ballade JOUW OGEN, in een productie van zijn zoon Christophe en opgedragen aan zijn vrouw Paulette. Na zijn voorjaarssingle "Lief meisje" brengt Paul op woensdag de 24ste augustus 2016 voor de eerste maal in zijn carrière een duet op de markt samen met een zageres gezongen, de in Portugal geboren Dina Rodrigues, die al méér dan veertien jaar in ons land woont. "Ik heb ’n oogje op jou" is een uptempo ambiancenummer met een hoog meezinggehalte. Het nummer werd geproducet door Pauls zoon Christophe.
      Woensdag de 24ste mei 2017 ontving Paul Severs 's avonds om half acht in het CC "Gasthuiskapel" te Aarschot de "Golden Life Time Award", ook wel de Oscar van het Vlaamse lied genoemd. Die werd hem overhandigd door burgemeester André Peeters. Het was al de dertiende keer dat die award werd uitgereikt. Die dag verscheen ook de verzamel-cd "Een avond met Paul Severs" met daarop zijn grootste hits zoals "Hé Suzie", "Zeg 'ns meisje" en "Ik ben verliefd op jou".
      In "Het Nieuwsblad" van donderdag de 22ste juni 2017 lezen we: "Paul Severs (68) trekt een streep onder een tijdperk. Hij verkoopt dik vijfhonderd showkostuums. Vooral jurken van zijn vrouw Paulette, een halve eeuw zijn vaste danseres. Ze is ziek, kan niet meer tegen licht en kan moeilijk nog kijken. Vijftig jaar heeft hij opgetreden met twee fleurige danseressen achter zich. Zijn Gogo-Girls, zoals ze vroeger heetten. Maar sinds Paulette niet meer mee op het podium kan, heeft hij ze afgeschaft. Elke week vier keer de hort op met een stel bevallige dames, terwijl Paulette ziek thuis zit, dat werkte niet voor Paul. Maar zelf stoppen met optreden, daar denkt Severs niet aan."
      Een dag die Paul Severs niet snel zal vergeten, is dinsdag de 12de maart 2019. Tijdens een fietstocht in zijn thuisbasis Sint-Renelde, een deelgemeente van Tubeke, werd Paul geveld door een plotse hartaanval. Omstaanders slaagden erin hem te reanimeren, maar Paul belandde in een coma. Hij werd afgevoerd naar het Universitair Ziekenhuis in Anderlecht waar hij donderdag de 14de maart uit zijn coma ontwaakte.
      Na opnieuw tweemaal in een coma te zijn beland, overlijdt Paul op dinsdag de 9de april 2019 in het Erasmusziekenhuis te Anderlecht. "De dokters inhet ziekenhuis hebben hun uiterste best gedaan, maar de hersenschade die mijn vader opliep tijdens de val van zijn fiets – veroorzaakt door een zware hartaanval - bleef elke dag erger worden. De daaropvolgende verschillende complicaties hebben spijtig genoeg onvermijdelijk tot zijn overlijden geleid”, aldus zijn zoon Christophe.
      Paul werd dinsdag de 23ste april 2019 begraven tijdens een kerkelijke ceremonie in de Sint-Martinus Basiliek te Halle.