Onze familiestambomen

Eline SEVERS

Vrouwelijk


Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Eline SEVERS

Generatie: 2

  1. 2.  Christophe SEVERS (zoon van Paul SEVERS en Paulette HARCQ).

    Aantekeningen:

    Christophe Marc Carolus

    Christophe trouwt Liesje BORREMANS [Gezinsblad]


  2. 3.  Liesje BORREMANS
    Kinderen:
    1. 1. Eline SEVERS
    2. Maxim SEVERS


Generatie: 3

  1. 4.  Paul SEVERS geboren 26 jun 1948, Ukkel (zoon van SEVERS en BEERENS); overleden 9 apr 2019, Anderlecht; begraven 23 apr 2019, Halle.

    Aantekeningen:

    Leon Paul Marc
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Paul_Severs
    Biografie
    Paul Severs (Huizingen, 26 juni 1948 – Anderlecht, 9 april 2019) was een Vlaams zanger, muzikant en liedjesschrijver.
    Beginjaren
    Paul Severs groeide op als het voorlaatste kind uit een gezin van zeven. Op college in Halle volgde hij vijf jaar avondlessen piano en kocht hij zijn eerste gitaar. Op zeventienjarige leeftijd werd Severs gevraagd om leadzanger te worden van The Criminals, een lokaal bekende groep met een voornamelijk Engelstalig repertoire. Manager van de groep was pater Pax (Wim de Rooij) van de plaatselijke paterskerk (Minderbroeders Conventuelen). Op aanraden van Pax stuurde de groep een demo op naar muziekproducent Jean Kluger, die op zoek was naar nieuw talent. Kluger bleek niet meteen onder de indruk van de groep, maar zag wel talent in Severs, die hij meer op de voorgrond wilde plaatsen. Bovendien vond hij dat de groep beter klonk in het Nederlands. Onder de naam Paul Severs & The Criminals werd in 1966 een eerste single uitgebracht: Geen wonder dat ik ween, gecomponeerd door Severs met een tekst van Nelly Byl. Het werd echter geen hit, en de volgende singles Met jou bij mij en Geld is maar papier evenmin.
    Successen
    Via pater Pax kwam Severs in contact met Sylvain Tack, die zijn nieuwe manager werd. Tack gaf hem een contract bij zijn platenfirma Start, waarna verschillende singles werden uitgebracht. Met Catharina (eind 1969) en Hey baby (1970) bereikte Severs de vijftiende plaats van de Vlaamse hitparade, maar de echte doorbraak volgde later in 1970 met het nummer Ik ben verliefd op jou. Dit lied werd een grote hit in Vlaanderen en stond bijna een half jaar in de hitlijsten genoteerd. Bovendien kende het lied ook veel succes in de Franstalige versie van Crazy Horse (J'ai tant besoin de toi) en in de Engelstalige versie van Octopus (I'm so in love with you).
    In de eerste helft van de jaren zeventig scoorde Severs nog meer grote hits. Na het succes van Ik ben verliefd op jou verscheen in oktober 1970 een nieuwe versie van zijn eerste single Geen wonder dat ik ween, dat dit keer wel een hit werd. Ook liedjes als Irina, Vaarwel en tot weerziens, Ieder mens en Ik heb rozen voor je mee behaalden hoge noteringen in de Vlaamse hitparades. In 1974 verschenen de singles Ze komt terug en Lief, die Sylvain Tack actief promootte op zijn zeezender Radio Mi Amigo. Severs presenteerde hier ook wekelijks een verzoekprogramma. Halverwege de jaren zeventig begon de populariteit van Severs echter af te nemen. De samenwerking met Tack stopte, waarna hij onder de hoede werd genomen door Johnny Hoes.
    In de jaren tachtig bracht Severs op de muzieklabels Gnome en Telstar vele singles uit, waaronder Dansen in de discotheek, Waarom, ach waarom?, Ik wens je 'n hel hier op aarde en Crazy van jou. Hij behaalde verschillende noteringen in de Vlaamse top 10. Grote successen boekte Severs echter pas weer aan het begin van de jaren negentig: met de singles Zeg 'ns meisje (1991) en Oh little darling (1992, een cover van een lied van G.G. Anderson) bereikte hij de top 10 van de Vlaamse Ultratop. Tegelijkertijd brak hij door in Wallonië, waar de Franstalige versie van Zeg 'ns meisje (getiteld Toutes les filles) een nummer 1-hit werd.
    Severs stond in 1994 voor het laatst in de Ultratop met Hé Suzie (een cover van Henk Wijngaard).
    Latere carrière
    Paul Severs vierde in 2015 zijn vijftigjarig artiestenjubileum. Hij bracht de laatste jaren regelmatig nieuwe singles uit, waaronder drie duetten met Dennie Damaro en een duet met Dina Rodrigues. In 2017 verscheen zijn laatste album Een avond met Paul Severs.
    Behalve zijn recente werk staan ook zijn oudere liedjes regelmatig opnieuw in de belangstelling. Zo werd Geen wonder dat ik ween gebruikt in de film Firmin en fungeerde Oh little darling als begintune voor de VTM-serie Clan. Zijn nummer Ik ben verliefd op jou werd in 2009 opgenomen in de eregalerij van de Vlaamse klassiekers van Radio 2.
    In 2011 werd een onderzoek naar Severs gestart nadat hij, tijdens een optreden in Gent, de Hitlergroet had gebracht. Severs gaf later aan dat dit bedoeld was als een grap, zonder bijbedoelingen.
    Op 12 maart 2019 kreeg Severs bij een fietstocht een zware hartaanval en werd in een kunstmatige coma gehouden. Enkele dagen en weken nadien wisselde zijn toestand tussen stabiel en kritiek alsook tussen natuurlijke coma en bij bewustzijn. Severs overleed op 9 april 2019 in het Erasmusziekenhuis in Anderlecht.
    De uitvaartplechtigheid zal plaatsvinden op dinsdag 23 april 2019 in de basiliek van Halle (Sint-Martinus basiliek). Iedereen is welkom de plechtigheid bij te wonen.
    Bron: Wikipedia - Foto: www.paulsevers.be



    https://www.persinfo.org/nl/nieuws/artikel/paul-severs-ik-vind-het-fantastisch-als-iemand-succes-oogst-met-een-cover-van-mijn-nummer/30735


    Paul Severs: “Ik vind het fantastisch als iemand succes oogst met een cover van mijn nummer”










    Paul Severs, Pajotse BV's

    HUIZINGEN Op 22/05/2017 om 21:28
    Gepubliceerd door: Bjarne De Smedt
    Hij is 68 jaar en dan denken er veel aan stoppen. Maar niet Paul Severs, hij blijft gewoon doorgaan en doen wat hij het beste kan: muziek maken. Deze zomer heeft hij opnieuw een pak concerten gepland op diverse locaties in België. En ja, een paar van deze optredens zullen plaatsvinden in de buurt van zijn geboortestreek.  
    Dag Paul, wat is eigenlijk jouw link met het Pajottenland en de Zennevallei?
    “Ik ben geboren in Huizingen in de Diesbeekstraat. Mijn ouders waren afkomstig van Ruisbroek maar op een bepaald moment wilde mijn vader naar het Plattenland gaan wonen. We waren met zeven kinderen thuis. Ik herinner me nog dat er veel gezinnen met kinderen in mijn buurt woonden. Toen ik zeven jaar was, kwam het meisje dat later mijn vrouw zou worden in mijn straat wonen. Zij waren met vier meisjes en twee jongens en wij waren thuis met vijf jongens en twee meisjes. Ik speelde samen met hen veel op straat. Ik herinner me ook nog dat ik veel in tuin moest werken. In de winter hakte ik ook veel hout.”
    Wanneer heb je eigenlijk die passie voor muziek ontdekt?
    “Toen ik jong was, ben ik eens gaan wandelen. In de Albert Bosmansstraat woonden een paar jonge kerels en een van hen, René Goorden, speelde liedjes van ‘The Shadows’, die waren toen heel erg populair. En ik raakte daardoor gefascineerd. Ik kwam met René in contact en hij vertelde me dat hij wat geld had verdiend door oud ijzer te gaan rapen om zo een elektrische gitaar te kopen.”
    “Ik was van plan om geld te sparen voor een akoestische gitaar, op die manier kon René me de basistechnieken van het gitaarspel aanleren. Na verloop van tijd plaatste René een microfoontje in mijn akoestische gitaar. René was zeer handig en had een versterker in mekaar geknutseld. Het gitaarspelen gaf me een kick, zeker als ik samen met anderen kon spelen. Ik begon dan heel veel akkoorden te leren en speelde samen met René immens veel liedjes. Op een bepaald moment probeerde ik om een aantal gedichten onder muziek te zetten. En dat lukte goed, zo is mijn hit ‘Geen wonder dat ik ween’ geboren.”
    “Vervolgens zijn we gestart met een klein orkestje genaamd ‘The Shades’. We traden toen hier en daar op. We verdienden daar eigenlijk weinig geld mee maar dat was niet belangrijk. Tegelijkertijd begon er in Halle ook een bandje te groeien. Zij droegen de naam ‘The Criminals’. De leider van ‘The Criminals vroeg op een bepaald moment aan mij of ik als zanger niet kon bijspringen in hun orkest want zij waren hun frontman kwijt. Later stapte onze drummer en onze gitarist ook over naar ‘The Criminals’. Eigenlijk had deze band meer potentieel want zij werden gesteund door pater Pax. Hij had wat contacten in de muziekindustrie en zorgde ervoor dat we konden repeteren in een degelijk lokaal.”

    Had je ooit verwacht dat je als gitarist, plotseling zanger ging worden?
    “Neen, eigenlijk niet. We waren in de begindagen een instrumentaal orkest. Op een bepaald moment kregen we meer en meer fans en werden we bekend in de regio. Pater Pax kende ook een pak mensen in de bedrijfswereld waardoor hij ons aanraadde bij verschillende mensen. Maar als we de volgende stap wilden zetten, dan moest er een van ons ook beginnen te zingen.
    “Maar niemand van ons had daar eigenlijk zin in. Tot de vader van onze bassist op een dag een microfoon onder onze neus duwde en de hele band liet zingen. Ik kende zelf een paar liedjes en de vader van onze bassist vertelde me dat ik eigenlijk niet zo slecht zong. Ik heb nooit een superstem gehad maar mijn stem was wel aangenaam om naar te luisteren. Daarna begon ik steeds vaker mijn zang te oefenen. Voor die gebeurtenis had ik me nooit echt gefocust op zang, al had ik wel wat muziekles gevolgd.”
    Hoe is de muziekindustrie door de jaren heen veranderd?

    “Er is een grote verandering geweest. Vroeger speelde het orkest de hele avond en trad de zanger twee keer op. Tussenin deelde ik dan handtekeningen uit terwijl de ‘Criminals’ bleven spelen. Hierdoor kregen wij een enorme fangroep want je creëerde een soort van persoonlijk contact met de fans. Nu doen we dat meestal na het optreden en zijn er veel artiesten die na hun show gewoon weggaan zonder handtekeningen uit te delen. Die artiesten worden populair dankzij de televisie en hebben door hun drukke agenda’s geen tijd meer om te blijven. Maar daardoor kan je natuurlijk geen blijvende fanclub creëren.”

    Heb jij idolen in de muziekindustrie?
    “Cliff Richard, ik heb al zijn nummers gezongen. Ik vind persoonlijk ook dat zijn stem erg lijkt op die van mij. Ik bracht destijds ook een album genaamd ‘Paul Severs zingt Cliff Richard’ uit. Daaruit komt, onder andere, ‘Rode lippen moet je kussen’ en ‘The Young Ones’. Dankzij VTM kon ik hem een keer ontmoeten. Toen ik mijn album ‘Paul Severs zingt Cliff Richard’ aan het promoten was, vertelde ik tegen iemand dat het fijn zou zijn om aan Cliff Richards mijn nieuwe album voor te stellen. Hij was niet voor niets mijn grote idool.”
    “Toevallig was Cliff Richards even later te zien als centrale gast in een nieuw programma met Luc Appermont. Uiteindelijk besprak VTM met Cliff Richard of een ontmoeting met mij op hun zender mogelijk was. Eigenlijk is die ontmoeting tegengevallen. Hij wilde me enkel in de gang ontvangen om dan de plaat in ontvangst te nemen. Ik mocht zelfs geen foto met hem maken. Toen ik hem mijn plaat afgaf, keek hij zelfs niet eens naar de hoes. Dat was een grote ontgoocheling voor mij. Ik had eerst eigenlijk geen zin meer om zijn nummers te zingen maar ik moest wel want ze waren een belangrijk onderdeel van mijn muzikaal repertoire. Maar om eerlijk te zijn begon ik na een tijd opnieuw fan van hem te worden. Ik hoor hem doodgraag zingen.”

    Hoe belangrijk was “Tien om te zien” voor je carrière?
    “Door de komst van diskjockeys gebruikten veel artiesten opnametapes om hun muziek af te spelen tijdens optredens. Maar toen was daar ‘Tien om te zien’, het programma bracht orkesten opnieuw wat in de mode. Ik heb daar het geluk gehad om mijn carrière te doen heropleven. Ze vertelden me rond de jaren negentig dat mijn topperiode voorbij was en dat ik blij mocht zijn dat ik tijdens de jaren zeventig de ene hit na de andere kon scoren. Toen ‘Tien om te zien’ begon, was ik rond de veertig jaar. Ik moest toen opboksen tegen jong geweld zoals Clouseau, Isabelle A en Bart Kaëll. Maar ik nam me voor om in de jaren negentig toch nog een paar topnummers te schrijven. En dat is me gelukt. Toen heb ik ‘Zeg eens meisje’ en ‘Oh Little darling’ geschreven die lang op nummer 1 stonden in Tien om te zien.”   
    Je bent een singer-songwriter. Sta jij erop om altijd zelf je nummers te schrijven?
    “Ja, ik noem mezelf toch altijd een singer-songwriter. Ik ben erg blij wanneer ik een lied kan schrijven voor anderen dat dan vervolgens succes oogst. Ik heb veel songs geschreven voor andere artiesten. Ik schreef onder andere hits voor Laura Lynn, Gunther Levi en Bobby Prins. Zelf zingen voor een publiek geeft me altijd een grote kick, maar als iemand anders een hit scoort met een nummer dat ik heb geschreven, dan geeft me dat nog een grotere kick. Ik vind het ook fantastisch als iemand succes oogst met een cover van mijn nummer, daar ben ik ongelofelijk gelukkig mee.”

    Paul — Paulette HARCQ. [Gezinsblad]


  2. 5.  Paulette HARCQ (dochter van Jean Célestin HARCQ en Elisabeth Edmonde GENO).

    Aantekeningen:

    Paulette Fernande Ghislaine



    https://vivavlaanderen.radio2.be/paul-severs/biografie
    Viva Paul Severs
    Aan het begin van de jaren zeventig had Paul niet alleen concurrentie te duchten van Will Tura , maar ook van nieuwkomers zoals Salim Seghers en Willy Sommers . Ieder van hen probeerde in de Vlaamse hitlijsten zijn plaats in te palmen en als het enigszins kon een nummer één te scoren.
    Paul werd de 26ste juni 1948 in Huizingen in de buurt van Brussel geboren als voorlaatste kind in een rij van zeven. Muziek hing er bij hen thuis altijd in de lucht. Niet alleen Paul zong graag, maar ook zijn broers Firmin en Karel. Tijdens de winteravonden tokkelde pa graag op de mandoline en leerde hij zijn kinderen de liedjes van Jan Verbraeken en Jean Walter. Wanneer het ook maar enigszins kon, ging pa met hen naar een plaatselijke crochetwestrijd die vaak door Karel gewonnen werd. Karel schitterde ook in het plaatselijk kerkkoor en pa was maar wat trots om met zijn zingende zonen uit te pakken. Toen papa ziek werd, moest hij afhaken, maar niet zijn zonen en Paul zeker niet die zich nog herinnert dat toen hij een jaar of negen was applaus scoorde wanneer hij de hit Oh Johnny van Tante Leen zong.
    Zowel de lagere als de middelbare school volgde Paul in het college in Halle. Paul mocht dagelijks bij de tien jaar oudere Karel achterop de fiets richting school. Van de koster van Halle kreeg hij vanaf zijn tiende gratis pianoles, maar wanneer hij veertien wordt kiest Paul definitief voor de gitaar. Dat lag een beetje voor de hand, want in die tijd was de Britse gitaargroep The Shadows erg populair. Vooral hun hit Apache sprak Paul enorm aan. Het mag wat vreemd klinken, maar Paul verdiende geld om zich een akoestische Spaanse gitaar te kunnen aanschaffen door op het stort oud koper te verzamelen. Samen met een paar van zijn vrienden en zijn broers richtte hij het sextet The Shades op. De hits van The Shadows maakten deel uit van hun repertoire. Maar die groep werd snel opgedoekt en Paul wordt op vraag van zijn klasgenoot Jan Van Hoof, de vaste zanger van de in Halle populaire groep The Criminals, hun nieuwe leadzanger. Paul is dan net zeventien. Een aantal leden van het orkest zongen in het koor van de paterskerk en zo komt Paul in contact met broeder Pax die ook hun eerste manager wordt. Door hem geraken ze aan hun eerste repetitielokaal. Ze zongen in die tijd het hitrepertoire, vooral angelsaksisch gekleurd. Paul zorgt voor de Vlaamse noot, want hij kent ook de hits van Will Tura en John Larry. Het is broeder Pax die op zekere dag in het tienerblad "Jukebox" een aankondiging van producer- uitgever Jean Klüger, producer van onder meer Will Tura, ziet staan dat die op zoek is naar nieuw zangtalent. In ijltempo wordt een demobandje opgenomen en een week later worden Paul and The Criminals in de studio Madeleine in Brussel uitgenodigd. Ze blikken op aanraden van pater Pax een aantal liedjes in die Paul geschreven had. De demo wordt aan Klüger bezorgd en een week later staan ze in de Studio Madeleine in Brussel, maar Klüger is niet meteen weg van de groepsnaam The Criminals, maar ziet het wel zitten Paul als solozanger vooraan te plaatsen. De vier liedjes die ze hadden ingezongen waren nog in het Engels, maar daar wil Klüger niets van weten. De teksten moeten in het Nederlands gezongen worden. In 1966 wordt als eerste single Geen wonder dat ik ween uitgebracht, een nummer van Paul Severs op tekst van Nelly Byl. Paul gaat iets later na een toelatingsexamen als bediende in het gemeentehuis van Ukkel werken. Paul sprak goed Frans omdat hij vanaf zijn zevende al bevriend was geraakt met Paulette Harcq, zijn buurmeisje dat met haar Franstalige ouders vanuit Brussel naar Huizingen was verhuisd, en waarmee Paul later zal trouwen.
    Het succes kwam voor Paul bliksemsnel, zo snel dat pater Pax niet kan bijbenen. Hun repetitielokaal groeide uit tot een heuse jeugdclub waar veel muziek gedraaid en gemaakt werd. Pax gaat op zoek naar een nieuwe manager die hij vindt in zijn vriend Sylvain Tack. Tack was in 1959 gestart met de productie van Suzy Wafels. In 1981 zou hij opgepakt worden wegens belastingsfraude, smokkel en drugshandel. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaar. Nadien stortte hij zich op de handel in geneeskrachtige kruiden. Maar ook dat werd hem door onregelmatigheden fataal. Tussendoor was hij niet alleen manager van Paul Severs, maar ook eigenaar van Radio Mi Amigo en richtte hij zijn eigen platenfirma Gnome op. Tack had veel last van stress en de dokter had hem aangeraden verstrooiing te zoeken in één of andere hobby en dat werd de muziek. Bij Klüger had Paul drie singles uitgebracht: Geen wonder dat ik ween, Met jou bij mij en Geld is maar papier, maar die waren geen echte hoogvliegers. Sylvain vond dat Klüger de betere hits voor zijn paradepaard Tura bewaarde.
    Tack bracht voor Severs dus de redding. Hij gaat meteen geld in Severs en zijn groep investeren. Nadat ze in Vorst Nationaal een optreden van Claude François hadden meegemaakt, beslist Tack professioneel te gaan werken. Paul krijgt een peperdure p.a. en lichtshow cadeau. Tack had vooraleer hij met Gnome begon, platenfirma Start opgericht en wil Paul via deze weg lanceren. Hij had intusen Eddie Govert en Johan De Graeve als producers aangetrokken. Paul wordt bij firma Suzy Wafels een deeltijdse job aangeboden. Zodoende krijgt hij de gelegenheid tussen de uren door zang- en dictielessen te volgen. Er volgen bij Tack singletjes zoals Catharina, Jenny my girl en Hey Baby, maar een storm veroorzaken die niet in de hitlijsten. Zijn achtste single wordt zijn geluksbrenger. Ik ben verliefd op jou was oorspronkelijk als B-kant van de single Buona sera signorita bedoeld. Paul schreef Ik ben verliefd op jou toen hij achttien was en tot over zijn oren verliefd op Paulette. Paulette was intussen danseres geworden bij het ballet dat Paul tijdens zijn optredens begeleidde. Hij en Paulette rijden op zekere dag met hun kevertje inclusief picknickmand naar de nabijgelegen heide. Achterin de wagen ligt zijn gitaar. Door de romantische sfeer krijgt Paul na een lekkere vrijpartij de broodnodige inspiratie, want liedjes schrijven is na Paulette zijn grote liefde geworden. Hij heeft gelukkig zijn cassetterecorder bij de hand en zingt het liedje meteen in. Pas later herinnert hij zich het nummer en werkt het verder uit als B-kant dus voor hun nieuwe single. De 20ste juni 1970 staat Paul op één in de Vlaamse Top Tien met Ik ben verliefd op jou. In de maand augustus van 1970 klimt hij naar de tweede plaats van de Top Vijftig, zoals vermeld op de site van Ultratop. Binnen de kortste keren opgepikt door de groep Crazy Horse die er in Frankrijk een nummer één mee scoren. Crazy Horse was een Waalse groep met als frontzanger Alain Delorme die in de eerste helft van de jaren zeventig aardig wat hits in Frankrijk scoorden met onder meer: Un jour sans toi, Et surtout ne m'oublie pas én J'ai tant besoin de toi, de Franse versie van Ik ben verliefd op jou, in Frankrijk alleen al goed voor één miljoen verkochte exemplaren. In 1975 wordt de groep opgedoekt nadat ze in het totaal vijf miljoen platen verkocht hadden. Alain Delorme koos iets later voor een succesvolle solocarrière. Daarmee is het volledige verhaal van Ik ben verliefd op jou niet verteld, want in 1974 duikt het nummer opnieuw de Top Dertig binnen, deze keer als I'm so in love with you gezongen door de Belgische groep Octopus met onder meer als zanger Paul Michiels.
    In navolging van het succes met Ik ben verliefd op jou, trekt Paul in 1970 naar de studio om op vraag van Sylvain Tack zijn eerste hit Geen wonder dat ik ween, een productie van Jean Klüger daterend van 1966, opnieuw op te nemen en ook in te zingen en kijk, deze keer wordt het wél een grote hit, een elfde plaats zelfs in de Top Dertig, zoals genoteerd in het Belgisch Hitboek en een eerste plaats de achtentwintigste november 1970 in de Vlaamse Top Tien. Als je de twee versies naast mekaar vergelijkt dan moet je opletten dat je niet denkt dat de eerste versie door iemand anders wordt gezongen, zo verschillen die twee van mekaar. Geen wonder dat ik ween wordt in 2007 opnieuw op single uitgebracht nadat het opdook in de soundtrack van de film " Firmin" met Chris Van den Durpel.
    Met zijn liedjes had Severs zijn stempel op de hitlijsten gedrukt. We vinden hem meteen nadien bovenaan de Vlaamse hitlijsten terug met hits als Irina, Vaarwel en tot weerziens, Ieder mens en Liefste meisje. Zijn concertagenda puilt uit. Hij vindt wel nog de tijd om de 3de januari 1973 met Paulette Harcq in het huwelijk te treden. Nadien begon Paul te voelen dat er andere smaken in Vlaanderen boven kwamen drijven. Johan Verminnen liet almaar meer van zich horen, Zjef Vanuytsel had aardig wat succes gescoord. De muzikale smaak werd aangescherpt. De VRT ging stilaan de Vlaamse schlagerzangers wat aan de kant schuiven, de Sommers- en Seversstijl was wat over zijn hoogtepunt heen. Sylvain liet dat niet aan zijn hart komen en ging zeker niet bij de pakken zitten. Om zijn artiesten Ricky Gordon, Samantha, Octopus, Joe Harris en vooral Paul Severs te promoten, had hij een eigen tienerblad op het getouw gezet "Joepie" waarvan het eerste exemplaar de 27ste maart 1973 in de winkels lag met Guido Van Liefferingen als hoofdredacteur. In "Joepie" stond ook in elke editie de Joepie Top 50 afgedrukt, aanleiding voor Tack om op zoek te gaan naar een zender die die hitlijst ook daadwerkelijk uitzond. Zo huurde hij een tijdje zendtijd af bij Radio Atlantic om nadien de programma's van zijn Radio Mi Amigo vanaf het zendschip van Radio Caroline uit te zenden (daar had Tack zo beweren goed ingelichte bronnen vijftig miljoen frank voor over) tot de BOB het welletjes vond en Tack met Radio Mi Amigo naar een radiostudio in Platja D'Aro in de Spaanse provincie Gerona uitweek.
    Severs presenteerde elke zondagochtend bij Radio Mi Amigo een verzoekprogramma dat erg populair was. Tack vraagt hem mee naar Spanje te verhuizen, maar Paul weigert. Hij besluit hier te blijven en lost daarmee de rol van het succes. Het gaat dan ook snel bergafwaarts met zijn succes en hij is even snel meisjesidool af. De hits blijven uit. Hij kan alleen maar troost vinden in zijn vele optredens, want de fans blijven hem trouw. Privé geraakt Paul in een behoorlijk zwarte dip. Zijn broer André overlijdt aan de gevolgen van een hartkwaal. Amper hersteld van die klap verneemt Paul dat zijn achtentwintigjarige zus Greta, die aan een zware depressie leed, was overleden. Om zelf een zware depressie te vermijden, trekt Paul zich volledig uit de showbizz terug en kan alleen maar overleven dankzij de enorme steun van zijn echtgenote. Wat Yasmine jaren later overkwam, begrijpt Paul als geen ander. Hij trekt zich op aan zijn gezin en weet een nieuw platencontract te versieren bij Johnny Hoes en diens bekende firma Telstar. Bij geen enkele Vlaamse platenfirma was Paul nog welkom, ze geloofden niet meer in het genre dat hij zong. Hoes weet als gehaaid zakenman de plaats van Sylvain Tack in te nemen en overlegt met Paul de volgende stap in zijn carrière. Severs is zo slim niet op zoek te gaan naar een nieuwe manager en neemt van af dan de touwtjes in eigen handen. Al hoort hij het niet graag vertellen, toch moeten we toegeven dat Hoes het niet kan laten met Paul voor de smartlap te kiezen. In 1980 is er de single Mammie, mag mijn popje naar de hemel met mij mee. Paul had de jaren voordien een zestal maanden opgetreden in Bobbejaanland en daar zong Bobbejaan dat liedje dat hij samen met Louis Verbeeck had geschreven. Paul was er zo weg van dat hij aan Hoes vroeg om dat ook te mogen inblikken. Twee jaar later is het de beurt aan Hij was 'n arme vissersknaap, een vertaling van de Franse nummer één Il tape sur des bambous van Philippe Lavil. Het was niet een stijl die Hoes aan Severs opdrong, maar het waren stuk voor stuk liedjes waarin Paul geloofde. Hij stond, en nog steeds, voor het volle pond achter die keuze ook al reageerden de meesten afkeurend. De deal met Hoes was trouwens van bij het begin van hun samenwerking dat Paul qua repertoirekeuze volledig carte blanche kreeg.
    In 1989 gaat VTM van start en die vullen dadelijk het gat in dat de VRT al die tijd onaangeroerd had gelaten, namelijk het terrein van de Vlaamse muziek. "Tien om te Zien" wordt een regelrecht kijkcijferkanon. Ook Severs profiteert van deze nieuwe kans al lukt het niet meteen. Sommigen vonden Severs duidelijk passé en hielden alleen de nieuwe generatie zangers in de gaten. Severs kijkt even de kat uit de boom en pakt in 1991 uit met zijn comebackhit Zeg eens meisje een beetje in de stijl van een van zijn idolen Buddy Holly. Paul schreef de tekst eerst in het Engels "Tell me baby what you gonna do with me..." en Hoes verzon er een Nederlandse tekst bij, maar wou het liedje eerst als B-kant. Maar Paul kon hem overtuigen om er een A-kant van te maken. In het vocale kielzog van die hit duikt iets later Oh little darling op, eveneens samen met Johnny Hoes neergepend. Toen Paul dit schreef had hij de doowopstijl van The Platters in zijn achterhoofd. Het is een cover van Little darling van de Duitse zanger G.G. Anderson. De zevende maart staat hij stevig op één in de Vlaamse Top Tien. de vierde april vinden we hem op de vierde stek in de Ultra Top Vijftig. Oh little darling zal door VTM in 2012 gebruikt worden als begintune van hun tv-reeks "Clan".
    Nu was het in die tijd de gewoonte dat artiesten op de B-kant de instrumentale versie plaatsten zodat de fans thuis konden meezingen. Dat vond Paul pure plaatverspilling. Hij vulde al een hele tijd zijn B-kantjes met de Franstalige versie omdat hij intussen in Wallonië al een aardige schare fans had weten te verzamelen. In de jaren tachtig verzorgde Paul namelijk in Vlaanderen vaak namiddagen voor de firma Ravago Plastics die ook een aantal filialen in Wallonië hadden waar Paul na een tijdje ook ging optreden omdat hij van huis uit een aardig mondje Frans praatte. Op die manier en via de Franstalige B-kantjes van zijn singles kwam hij ook de producers van RTL ter ore. Die nodigden hem uit om op te treden in de populaire tv-show "Dix qu'on aime", een soort "Tien om te Zien" tijdens de beginjaren gepresenteerd door Sandra Kim en Alain Simons en wordt Paul ook in Wallonië bekend. Op zijn 25ste verjaardag als artiest duikt hij daar voor de eerste maal op in de zomer van 1991 met Si on dansait, qua verkoop in Wallonië goed voor tienduizend stuks. Het Frans lag hem wel, want dankzij zijn huwelijk praat hij een behoorlijk mondje Frans. Liedjes zoals Oh petite fille, Tu es mon idole en J'arrive gaan er nadien bij onze Waalse landgenoten in als zoete koek. Je moet zijn platen en cd-hoezen maar bekijken om te zien dat Paul intussen zijn zwarte Buddy Hollymontuur had ingeruild tegen contactlenzen. Zijn haar had ook een andere stijl aangemeten gekregen. Het mocht allemaal wat vlotter en moderner ogen. In 1990 vraagt Will Tura hem of hij geen zin heeft voor het album "16 voor Tura" een cover op te nemen van Geen zomer zonder jou.
    De gouden platen volgen mekaar snel op. Na enkele glimmende singles beslist Arcade zijn hits te verzamelen op het album "Het allerbeste van Paul Severs" en ook deze keer mag hij een gouden plak mee naar huis nemen. Omdat je het ijzer moet smeden als het heet is, wordt in Wallonië de cd "Les plus grands succès de Paul Severs" in de markt gezet. Omdat hij op rozen loopt, brengt Paul in 1994 bij Telstar het album "Ik ben in de wolken" uit waaruit de nummers Hé Suzie en Ik wil dansen het als single niet onaardig doen. Het jaar nadien blijft Paul zweven, want Hoes heeft het voor mekaar gekregen dat hij een hele rist hits van Pauls idool van een Nederlandstalige tekst mag voorzien. Songs als Living Doll, Angel, Rode lippen moet je kussen en Zomer Holiday fleuren het album op. Paul slaagt er zelfs in zijn idool persoonlijk te ontmoeten en hem een exemplaar te overhandigen. Een titel was snel gevonden "Paul Severs zingt Cliff Richard". Maar die Vlaamse boom bleef niet duren. In Tien om te Zien merkten we dat de inhoud werd verengelst. Een groep zoals 2 Fabiola zwaaide de plak. Ook internationale sterren eisten almaar meer het podium op: Kylie Minogue, Tina Turner, The Spice Girls, The Backstreet Boys. De Vlaamse inbreng werd nogal laatdunkend bekeken. Ook Paul Severs verdween geleidelijk aan uit de belangstelling. Zelfs Radio 2 begon qua producties zijn eisen te stellen. De zogeheten kwaliteit moest omhoog, maar Paul bleef zijn publiek trouw en hield het been koppig stijf. Op zijn album "www.Paul Severs.be" presenteert hij, nog altijd in samenwerking met Johnny Hoes, liedjes zoals Stralend wit, Je eerste liefde vergeet je niet, Ik voel me zweven en Als Elvis in Hawaii.
    In de zomer van 2006 viert Paul zijn veertigjarige carrière. Het jaar nadien leert een jonger publiek hem kennen dankzij de soundtrack van de film "Firmin" van Chris Van den Durpel waarin hij te horen is met Geen wonder dat ik ween. Regisseur van dienst is Dominique Deruddere. De organisatoren van het Schlagerfestival in de Ethias Arena te Hasselt krijgen dit snel in de gaten en plaatsen Severs meteen op de affiche samen met onder meer Benny Neyman, Freddy Breck, Bart Kaëll en Denny Christian. In 2010 mag Severs opnieuw zijn bekendste hits komen zingen om dat in 2013 nog eens over te doen. De achttiende mei 2011 blokletteren de Vlaamse media 'Paul Severs brengt de Hitlergroet'. Tijdens een optreden voor Gentse studenten had Paul een internationale versie van zijn grootste hit Ik ben verliefd op jou gezongen waarin hij ook een fragment in het Duits brengt. Reagerend op een uithaal vanuit het publiek anticipeert Paul met "Heil Hitler" én de Hitlergroet. Volgens hem zonder bijbedoeling daarbij denkend aan een hilarisch fragment uit de film "La Grande Vadrouille" van Louis de Funès en Bourvil. Het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding onderzoekt de zaak en gaat akkoord geen vervolging in te stellen als Severs zijn excuses aanbiedt. In 2012 profiteert Paul van het megasucces van de VTM-televisieserie "Clan". Regisseurs Kaat Beels en Nathalie Basteyns beslissen zijn hit Oh little darling tijdens de begingeneriek te gebruiken. Datzelfde jaar verschijnt op het Telstar label het album "Olé olé met Paul Severs". Dertien liedjes (+ drie bonus tracks) waaronder Olé Olé, Schatje mag ik je foto en Als de rozen weer bloeien in mei. De hitlijsten komen opnieuw binnen bereik wanneer Paul in 2013 een rist duetten op single uitbrengt samen met Dennie Damaro. De 20ste maart staan zij op twee in de Vlaamse Top Tien met Marieke geschreven door David Vervoort. Uit het Duitse hitmuseum lenen zij Mooie meisjes en Feierabend van Peter Alexander dat zij vertalen als 's Nachts na 2'en.
    De 28ste juni 2013 viert Severs zijn 65ste verjaardag met een groots opgezet concert in het Cultureel Centrum "De Westrand" te Dilbeek. Naar aanleiding van die verjaardag verschijnt er onder andere een interview in Het Nieuwsblad. "Ik word 65 jaar, maar daarnaast sta ik ook vijftig jaar op het podium en maak ik vijfenveertig jaar platen. Al die tijd treed ik op samen met mijn echtgenote Paulette die nog steeds mee danst. We zijn dit jaar precies veertig jaar getrouwd en onlangs werden we voor de tweede keer grootouders. Ik ga door zolang mijn gezondheid het toelaat. En daar doe ik wel wat voor. Ik loop en fiets regelmatig. Ik heb thuis een fitnesstoestel en ik doe lenigheidsoefeningen. In conditie blijven is de boodschap". Nog geen jaar later meldt Paul aan de pers: "Het zit mij op privévlak niet zo mee, mijn vrouw Paulette lijdt aan blefarospasme, een aandoening waarbij haar oogleden samentrekken en zij op bepaalde momenten blind is. Momenteel kunnen de dokters er weinig aan doen. Haar algemene gezondheid is er fors op achteruitgegaan. Daarom dat ik besloten heb voorlopig mijn zangcarrière op een laag pitje te zetten". Dat belet Paul niet in de maand mei 2014 een nieuwe single uit te brengen. Ondanks zijn successingles samen met Dennie Damaro, beslist hij deze keer solo te gaan. Als jij maar bij me bent is een typisch Seversliedje door hem geschreven samen met Paul Pans.
    In 2015 herinnert Paul ons eraan dat hij vijftig jaar op de planken staat. In de krant "Het Laatse Nieuws" blikt hij in het weekend van de dertiende juni daarop uitgebreid terug. Die periode was goed voor: ongeveer 1 miljoen verkochte platen, driehonderd opgenomen liedjes, waarvan Paul er zelf tweehonderdvijftig schreef en zo'n vijftienduizend optredens. Tegenwoordig treedt Paul nog zo'n tweehonderd keer per jaar op tegen de prijs van gemiddeld €1300, goed voor één uur live on tape. "Ik voel me nog altijd méér een entertainer. Daarom vind ik het ook niet erg om steeds dezelfde nummers te brengen."
    De zeventiende november 2015 brengt Paul het door hemzelf geschreven Dit keer opteert Paul voor de in zijn typische stijl gezongen ballade JOUW OGEN, in een productie van zijn zoon Christophe en opgedragen aan zijn vrouw Paulette. Na zijn voorjaarssingle "Lief meisje" brengt Paul op woensdag de 24ste augustus 2016 voor de eerste maal in zijn carrière een duet op de markt samen met een zageres gezongen, de in Portugal geboren Dina Rodrigues, die al méér dan veertien jaar in ons land woont. "Ik heb ’n oogje op jou" is een uptempo ambiancenummer met een hoog meezinggehalte. Het nummer werd geproducet door Pauls zoon Christophe.
    Woensdag de 24ste mei 2017 ontving Paul Severs 's avonds om half acht in het CC "Gasthuiskapel" te Aarschot de "Golden Life Time Award", ook wel de Oscar van het Vlaamse lied genoemd. Die werd hem overhandigd door burgemeester André Peeters. Het was al de dertiende keer dat die award werd uitgereikt. Die dag verscheen ook de verzamel-cd "Een avond met Paul Severs" met daarop zijn grootste hits zoals "Hé Suzie", "Zeg 'ns meisje" en "Ik ben verliefd op jou".
    In "Het Nieuwsblad" van donderdag de 22ste juni 2017 lezen we: "Paul Severs (68) trekt een streep onder een tijdperk. Hij verkoopt dik vijfhonderd showkostuums. Vooral jurken van zijn vrouw Paulette, een halve eeuw zijn vaste danseres. Ze is ziek, kan niet meer tegen licht en kan moeilijk nog kijken. Vijftig jaar heeft hij opgetreden met twee fleurige danseressen achter zich. Zijn Gogo-Girls, zoals ze vroeger heetten. Maar sinds Paulette niet meer mee op het podium kan, heeft hij ze afgeschaft. Elke week vier keer de hort op met een stel bevallige dames, terwijl Paulette ziek thuis zit, dat werkte niet voor Paul. Maar zelf stoppen met optreden, daar denkt Severs niet aan."
    Een dag die Paul Severs niet snel zal vergeten, is dinsdag de 12de maart 2019. Tijdens een fietstocht in zijn thuisbasis Sint-Renelde, een deelgemeente van Tubeke, werd Paul geveld door een plotse hartaanval. Omstaanders slaagden erin hem te reanimeren, maar Paul belandde in een coma. Hij werd afgevoerd naar het Universitair Ziekenhuis in Anderlecht waar hij donderdag de 14de maart uit zijn coma ontwaakte.
    Na opnieuw tweemaal in een coma te zijn beland, overlijdt Paul op dinsdag de 9de april 2019 in het Erasmusziekenhuis te Anderlecht. "De dokters inhet ziekenhuis hebben hun uiterste best gedaan, maar de hersenschade die mijn vader opliep tijdens de val van zijn fiets – veroorzaakt door een zware hartaanval - bleef elke dag erger worden. De daaropvolgende verschillende complicaties hebben spijtig genoeg onvermijdelijk tot zijn overlijden geleid”, aldus zijn zoon Christophe.
    Paul werd dinsdag de 23ste april 2019 begraven tijdens een kerkelijke ceremonie in de Sint-Martinus Basiliek te Halle.

    Kinderen:
    1. 2. Christophe SEVERS

  3. 6.  Michel BORREMANS

    Michel — Rita Maria Alphonsine ROOSENS. [Gezinsblad]


  4. 7.  Rita Maria Alphonsine ROOSENS
    Kinderen:
    1. (Geheimhouding)
    2. 3. Liesje BORREMANS


Generatie: 4

  1. 8.  SEVERS

    BEERENS. [Gezinsblad]


  2. 9.  BEERENS
    Kinderen:
    1. Karel SEVERS geboren 28 apr 1939, Ukkel; overleden 11 jun 2022, Halle; begraven 18 jun 2022, Halle.
    2. Firmin SEVERS
    3. Hilda SEVERS
    4. Jean-Baptiste SEVERS geboren 29 okt 1935, Ruisbroek; overleden 21 dec 2022, Brugge; begraven 29 dec 2022, De Haan.
    5. André SEVERS
    6. 4. Paul SEVERS geboren 26 jun 1948, Ukkel; overleden 9 apr 2019, Anderlecht; begraven 23 apr 2019, Halle.
    7. Greta SEVERS

  3. 10.  Jean Célestin HARCQ geboren 25 dec 1919, Watermaal-Bosvoorde; overleden 2 mrt 1963.

    Aantekeningen:

    Jean — Elisabeth Edmonde GENO. Elisabeth geboren 25 mei 1921; overleden 4 aug 1969, Buizingen. [Gezinsblad]


  4. 11.  Elisabeth Edmonde GENO geboren 25 mei 1921; overleden 4 aug 1969, Buizingen.

    Aantekeningen:

    Kinderen:
    1. (Geheimhouding)
    2. (Geheimhouding)
    3. (Geheimhouding)
    4. (Geheimhouding)
    5. (Geheimhouding)
    6. 5. Paulette HARCQ

  5. 14.  (Geheimhouding)

    (Geheimhouding) — Esther MARCELIS. [Gezinsblad]


  6. 15.  Esther MARCELIS
    Kinderen:
    1. 7. Rita Maria Alphonsine ROOSENS
    2. Greta Elisa Michaëlla ROOSSENS